8. Gebruik met externe
condensaatafl oop (fi g. 4)
Aanwijzingen:
•
Let op! Om waterschade te voorkomen dient
u ervoor te zorgen dat het condenswater naar
behoren kan aflopen.
•
Let op! Bij erg koud weer is het aan te beve-
len maatregelen te nemen om het bevriezen
van het water in de afvoerslang te voorkomen.
•
Het condensaat wordt best naar een dieper
gelegen afvoer geleid. Mocht een externe
opvangbak (b.v. kuip enz.) worden gebruikt,
moet het apparaat overeenkomstig hoger
worden geplaatst.
•
De afloopslang moet met verval worden
aangebracht, mag niet knikken en evenmin
verstopt raken.
•
Mocht de afloopslang verstopt zijn geraakt
loopt het condensaat vanuit de overloop naar
de condensaatbak.
1. Verwijder de rubberstop en deponeer hem op
een veilige plaats omdat hij de aansluitstomp
opnieuw in moet worden gedraaid zodra de
externe condensaatafl oop niet meer wordt
gebruikt.
2. Verbind de aansluitstomp (B) met een pas-
sende waterslang (C) met een inwendige
diameter van 10mm.
Ontdooiingfunctie
Ten einde het bevriezen van de koelelementen bij
bedrijfstemperaturen onder 21°C te voorkomen is
het apparaat voorzien van een ontdooiingsfunctie.
Hierbij wordt de compressor uitgeschakeld, de
ventilatormotor blijft draaien.
Tijdens deze fase wordt de ontvochtigingsfunctie
voor enkele minuten onderbroken.
Gelieve het werkgebied van het apparaat in acht
te nemen (zie Technische gegevens).
Het apparaat is uitgerust met een compressor-
beveiliging, waardoor het apparaat bij tempera-
turen boven 35° C en onder 5°C alsmede bij een
verhoogde stroomopname automatisch wordt
uitgeschakeld.
Anl_LE_16_20_30_SPK7.indb 54
Anl_LE_16_20_30_SPK7.indb 54
NL
9. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Voor alle onderhoudswerkzaamheden zeker
de netstekker uit het stopcontact trekken!
•
Gebruik enkel een zachte doek voor het
schoonmaken van de behuizing.
•
Gebruik geen agressieve chemicaliën, was-
middelen, chemisch behandelde schoon-
maakdoeken of oplosmiddelen. Deze zouden
de behuizing kunnen beschadigen.
Schoonmaken van de luchtfi lter (om de 2
weken)
•
Verwijder het luchtinlaatrooster (fig. 5, pos. 7)
en vervolgens het luchtfilter (fig. 5, pos. 6)
•
Gebruik een stofzuiger.
•
Is de filter erg vuil, wast u hem best met warm
water (max. 40°C) uit. Laat hem vervolgens
goed drogen. Stel de filter niet aan de zon of
aan andere warmtebronnen bloot. Nooit een
vochtige filter in het apparaat installeren.
Onderhoud
•
Binnen in het toestel zijn er geen andere te
onderhouden onderdelen.
Opbergen
Als u de luchtontvochtiger vrij lang niet gebruikt,
dient u op het volgende te letten :
•
Schakel het toestel uit, trek de netstekker uit
het stopcontact en rol de netkabel op (fig. 5,
pos. D).
•
Maak de watertank leeg en droog hem zorg-
vuldig.
•
Verwijder zoals beschreven onder 8. de rub-
ber stop en kantel het apparaat iets om alle
waterresten te verwijderen.
•
Maak het ventilatierooster en de stoffilter
schoon, dek het apparaat af en berg het op
een droge stofvrije plaats.
Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
•
Type van het toestel
•
Artikelnummer van het toestel
•
Ident-nummer van het toestel
•
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
- 54 -
24.02.16 08:33
24.02.16 08:33