Bediening
! Wacht tot alle verbindingen tussen de apparatuur gemaakt zijn voor
u de netstroomadapter aansluit.
Schakel altijd eerst de stroom uit en trek de stekker uit het stopcon-
tact voor u verbindingen tussen apparatuur maakt of verandert.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de aan te sluiten apparatuur.
! Gebruik uitsluitend de met dit toestel meegeleverde
netstroomadapter.
! Dit toestel wordt van stroom voorzien door de netstroomadapter.
! Sluit dit toestel en de computer direct op elkaar aan met behulp van
de meegeleverde USB-kabel.
! Een USB-verdeelstekker (hub) kan niet worden gebruikt.
Aansluitingen
1 Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de
[PHONES]-aansluitingen.
2 Sluit luidsprekers met eigen stroomvoorziening, een
eindversterker, componenten enz. aan op de [MASTER
OUT 1] of [MASTER OUT 2]-aansluitingen.
! Om het geluid te kunnen produceren via de [BOOTH OUT]-
aansluitingen, sluit u luidsprekers of andere apparatuur aan op
de [BOOTH OUT]-aansluitingen.
! Zie de Handleiding voor de verbindingen met de in-/
uitgangsaansluitingen.
3 Sluit dit apparaat aan op uw computer via een
USB-kabel.
USB-kabel
(meegeleverd)
4 Zet de computer aan.
10
Nl
Luidsprekers met eigen
stroomvoorziening enz.
5 Sluit de stroomstekker aan op de netstroomadapter.
Schuif de stroomstekker langs de geleiderails in de netstroomadapter
zoals u kunt zien op de afbeelding hieronder en druk hem vast tot u een
klik hoort.
! Zie Over de netstroomadapter (blz. 13 ) voor gedetailleerde
waarschuwingen voor de netstroomadapter.
! De vorm van de stekker kan verschillen per regio waarin het
toestel wordt verkocht.
6 Sluit de netstroomadapter aan.
Naar stopcontact
Netstroomadapter
(meegeleverd)
7 Druk op de [STANDBY/ON]-schakelaar op het
achterpaneel van dit toestel om het toestel in te
schakelen.
Schakel dit apparaat in.
! Voor Windows gebruikers
De melding [Apparaatstuurprogramma installeren] kan ver-
schijnen wanneer dit toestel voor het eerst op de computer wordt
aangesloten of wanneer het wordt aangesloten op een andere
USB-poort van de computer. Wacht eventjes tot de mededeling
[De apparaten zijn gereed voor gebruik] verschijnt.
8 Zet de apparatuur die is verbonden met de
uitgangsaansluitingen (luidsprekers met eigen
stroomvoorziening, eindversterker, componenten enz.)
aan.
! Wanneer er een microfoon, DJ-speler of andere externe appara-
tuur is verbonden met de ingangsaansluitingen, zal die appara-
tuur ook aan gaan.