Apparaatbeschrijving
Afb. 4.4 Bevestigingsplaat voor markeerders SlimFix
Afb. 4.5 Bevestigingsplaat voor DIN A4 labelingsplaten
Instelplaten
Als de verschillende labelingselementen niet een
consistente dikte hebben, moeten de verschillende
hoogten worden gecompenseerd met de instelplaten.
Dit garandeert dat het te labellen oppervlak altijd op
dezelfde hoogte is en optimaal contact kan maken
met de plotterpen. De positie die de instelplaat moet
hebben is gedefinieerd door de software voor iedere
labelingstaak (zie hoofdstuk 5.5).
Stopmodus/toets STOP
Indien nodig kunt u de plotter in stopmodus zetten
(bijv. om een schrijfproces te stoppen). Gebruik de
STOP toets om te wisselen tussen bedrijfs- en stopmo-
dus. In stopmodus is de STOP LED rood.
298
Schrijfgeleider en schrijfborden
Net als met een vulpen, is de inktapplicatie van een
plotterpen in het begin van een schrijfproces niet per-
fect. Om afkeuring vanwege ontoereikende inktappli-
catie te voorkomen kunt u de functie schrijfgeleiding
gebruiken (zie hoofdstuk 6.1). Dit betekent dat de plot-
terpen eerst naar een schrijfbord wordt bewogen voor
hij start met de labeling.
De schrijfborden zijn geplaatst in twee houderarmatu-
ren aan beiden zijden van het penstation. Het schrijf-
bord het dichtst bij de afdichtingsinzet met de actieve
plotterpen is altijd degene die wordt geactiveerd. Als
u de schrijfhulp wilt gebruiken moeten schrijfborden
worden geïnstalleerd.
Het servicepack bevat reserve schrijfborden (zie hoofd-
stuk 10).
Geheugen
Als printgegevens worden opgeslagen in de plotter,
brandt de Clear buffer LED geel. Om een printtaak te an-
nuleren, moet u het geheugen wissen (zie hoofdstuk
6.4).
4326440000/04/12.2016