2 Gebruik
2.1 Apparaat monteren en mondstukken aan de ondergrond aanpassen
2
Gebruik
1
6
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Laat de stekker uit het stopcontact als u de delen
van het apparaat monteert. Anders kan het apparaat opstarten en kun-
nen er lichaamsdelen, haren of kledingstukken naar binnen gezogen
worden.
OPGELET:
Controleer eerst, voordat u begint te zuigen, of het aangebrachte mond-
stuk onbeschadigd en geschikt is voor de te zuigen ondergrond. Reinig
bv. vloeren of voorwerpen nooit met een roterende borstel die u niet ook
zonder bedenken met een conventionele borstel zou reinigen. Neem de
aanbevelingen van de fabrikant van de vloerbedekking in acht.
2.2 Stofzuigen
11
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Controleer apparaat en stroomkabel vóór elk
gebruik. Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt.
OPGELET:
Gebruik het apparaat alleen als alle filters onbeschadigd, droog en cor-
rect geplaatst zijn. Controleer of geen voorwerpen de telescoopbuis, de
zuigslang of andere openingen verstoppen.
1. Trek de kabel uit het apparaat (afb. 11) en steek de stekker in een stop-
contact.
WAARSCHUWING:
Gevaar voor een elektrische schok! Als de rode markering zichtbaar is
(afb. 12), trekt u de stroomkabel m.b.v. de kabeloproltoets ( ) weer tot
aan de gele markering (afb. 13) naar binnen. Anders kan de stroomka-
bel beschadigd raken.
2. Schakel het apparaat m.b.v. de Aan-/Uit-schakelaar ( ) in (afb. 14).
24
3
2
7
8
12
13
4
9
AANWIJZING:
Eventueel is het noodzakelijk om de beide delen bij het in elkaar steken
iets heen en weer te draaien, zodat ze stevig vast zitten. Controleer of
de gemonteerde delen stevig vast zitten door deze uit elkaar proberen
te trekken.
1. Monteer de delen van het apparaat en de toebehoren die u afhankelijk
van de ondergrond die u wilt zuigen, nodig hebt (afb. 1 – 8).
2. Let op dat de hulpluchtregelaar gesloten is (afb. 5).
3. Als u de telescoopbuis gebruikt (afb. 6), stel dan de juiste lengte ervan
in (afb. 7).
4. Als u het vloermondstuk gebruikt (afb. 8), stel het dan op de te zuigen
ondergrond in (afb. 9 Harde vloer, afb. 10 Tapijt).
AANWIJZING:
De hulpluchtregelaar (afb. 5) moet tijdens het zuigen volledig gesloten
zijn. Met de hulpluchtregelaar kunt u de zuigkracht zonodig snel vermin-
deren om ingezogen voorwerpen (bv. gordijnen) weer uit de stofzuiger
te krijgen.
3. Begin te stofzuigen (afb. 15).
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Let er vooral bij het zuigen van trappen op dat u
zich steeds boven het apparaat bevindt.
AANWIJZING:
Uw stofzuiger beschikt over een geïntegreerde beschermingsfunctie die
het apparaat uitschakelt, voordat het apparaat oververhit kan raken
(bv. vanwege verstopte aanzuigwegen of een te volle stofbak),
hoofdstuk 4.1, „Voordat u het apparaat opstuurt".
3
Onderhoud en verzorging
5
10
14
15