Onderhoud
3.4 Motorbeveiligingsfilter reini-
gen/vervangen
1. Schakel het apparaat uit, verwijder de stof-
bak en maak hem leeg
hoofdstuk 3.1,
„Stofbak leegmaken".
2. Neem het motorbeveiligingsfilter uit de con-
sole (afb. 13).
13
3. Klop de stofresten in een vuilnisbak uit.
4. Spoel het motorbeveiligingsfilter met koud
water uit, totdat het water dat uit de filter
komt, schoon is (afb. 14). Als het motorbe-
veiligingsfilter echter te sterk verontreinigd
of beschadigd is, vervang het dan door een
nieuw filter ( hoofdstuk 5.1, „Lijst van slij-
tageonderdelen").
14
5. Laat het motorbeveiligingsfilter minstens 15
uur bij kamertemperatuur drogen (afb. 15).
15
6. Zet het filter pas weer terug in de console,
als het volkomen droog is.
22
3.5 Centraal lamellenfilter reinigen/
vervangen
1. Schakel het apparaat uit, verwijder de stof-
bak en maak hem leeg
hoofdstuk 3.1,
„Stofbak leegmaken".
2. Verwijder het deksel van de stofbak door
het tegen de klok in te draaien (afb. 16/
1.,2.).
16
3. Draai dan het centraal lamellenfilter los van
het deksel door het filter tegen de klok in te
draaien (afb. 17/1.,2.).
17
4. Houd het centraal lamellenfilter boven een
vuilnisbak en haal de filterelementen nu
pas uit elkaar.
5. Voor de grove reiniging klopt u de delen
met lichte slagen aan alle kanten uit.
6. Om het centraal lamellenfilter grondig
droog te reinigen, brengt u de meegelever-
de meubelborstel aan zoals afgebeeld
(afb. 18).
18
AANWIJZING:
Als de elementen van het centraal lamellen-
filter na de grondige droge reiniging nog
steeds vuil zijn, spoel ze dan grondig uit met
een douchekop. Gebruik hierbij geen reini-
gingsmiddelen of een harde borstel. Laat de
filterelementen
vervolgens
(ca. 15 uur bij kamertemperatuur). Zet ze er
pas weer in elkaar, als ze helemaal droog
zijn.
7. Steek de elementen van het centraal lamel-
lenfilter weer in elkaar.
8. Als uw centraal lamellenfilter voorzien is
van een filterhuls, let er dan op dat de huls
bij het terugplaatsen exact met de boven-
kant van het filter afsluit (afb. 19).
19
9. Monteer het centraal lamellenfilter weer
aan het deksel van de stofbak, door het met
de klok mee vast te draaien (afb. 20).
20
10. Plaats het deksel weer op de stofbak en klik
het vast door het met de klok mee te draai-
en. Let er bij het terugplaatsen op dat de
ontgrendelingen voor de stofbak en de bo-
demplaat zich boven elkaar bevinden
(afb. 21).
21
11. Plaats de stofbak weer terug. Hij moet
hoorbaar vastklikken.
drogen