Toetsen programmeren
Toets Deuropener configureren
` Klik op
om naar het menu
` Klik op
om naar de instellingen voor het programmeren van de toetsen te gaan.
2
Wanneer de onderdelen voor het configureren van adressen, het programmeren van toetsen en
het configureren van oproepen voor het eerst worden geopend, moet u een wachtwoord invoeren:
standaard 0000 (zie pag. 73 als u een nieuw wachtwoord wilt instellen).
` Voer het wachtwoord in en klik op
uraties te gaan.
` Klik op
om de configuraties weer te geven zonder mogelijkheid ze aan te passen.
` Klik op
om naar de instellingen voor configuratie van de toets Deuropener te gaan.
` Selecteer de optie Deuropener of Relais I/O.
Standaard is de functie Deuropener zo ingesteld dat het relais van het entreepaneel tijdens
de oproep wordt geactiveerd.
Deuropener:
greerd. De functie Deuropener heeft twee verschillende modi: tijdens de oproep en buiten
de oproep (ruststand). Er kunnen maximaal 2 relais tegelijk met de knop worden bediend.
Deuropenerfunctie configureren
1. Selecteer 'Config. gedurende oproep' of 'Config. buiten oproep' om de instel-
2. Selecteer de optie Actief om de functie in te schakelen.
3. Selecteer het nummer van het relais dat u wilt activeren.
4. Selecteer waarvoor u het relais wilt activeren:
Instellingen
om naar de onderdelen voor het instellen/wijzigen van de config-
hiermee worden de relais geactiveerd die in de entreepanelen zijn geïnte-
lingen voor elke status te configureren.
Relais 2 kan alleen worden gebruikt als het entreepaneel iKall is, als op het
entreepaneel de huisnummermodule art. 3327 is geïnstalleerd, of met een
relaissturingsmodule 1433.
Gesprekspartner: als deze optie geselecteerd is, wordt het relais geactiveerd
van het entreepaneel waarmee de oproep gaande is.
Deur: als deze optie geselecteerd wordt, moet u vervolgens het ViP-adres
invoeren van het entreepaneel waarvoor u het relais wilt activeren.
te gaan.
1
3
4
75