LET OP: Lees de veiligheidsnormen aandachtig door.
Laat u trainen als u voor de eerste keer het voertuig
gebruikt.
- Controleer het voertuig altijd aandachtig voor elk gebruik.
Controleer of schroeven losgeraakt en onderdelen
beschadigd geraakt zijn en of er sprake is van olie- of
brandstoflekkage.
- Controleer of de bedieningen correct functioneren.
- Controleer de olie in de motor (zie de specifiek bijgesloten
handleiding)
DE MOTOR STARTEN afb.1
1- Controleer of de koppelinghendel (1) in de "VRIJ" stand
A staat en dus dat hij ontkoppeld is (zie afb.5).
Controleer of de versnellingshendel (5) op de stand "N" en
dus neutraal staat (zie afb.1).
2- Het voertuig is uitgerust met een beschermingsinstallatie
(6) die uitsluitend op de krachtafnemer aangesloten
is. Deze installatie schakelt de motor automatisch uit als
de operator zijn hand van het stuur haalt.
1- Kies met behulp van de versnellingshendel (5) de snelheid
die voor het werk geschikt is afb.1.
LET OP: Forceer de versnellingshendel niet als het
schakelen moeilijk verloopt. Koppel en ontkoppel in dit geval
de koppeling (1) afb.1 tot het schakelen van de versnelling
gemakkelijk verloopt.
Controleer of de versnelling goed ingeschakeld is.
2- Haal de koppelinghendel (1) afb.1 langzaamaan naar
beneden en houd de hendel tegen de knop. Het voertuig
begint te rijden.
3- laat de koppelinghendel (1) afb.1 snel los om het voertuig
te stoppen.
LET OP: gebruik het voertuig in de eerste versnelling
(langzaam) op oneffen terrein. Verander tijdens het rijden
nooit de versnelling.
Voorkom dat u van richting omkeert en dat u de
snelheidsverhouding wijzigt.
4- Verplaats de gashendel (2) afb.1 langzaam om de
snelheid van het voertuig te regelen.
UITSCHUIFBAAR VLAK afb.2
- Het laadvlak van het voertuig is voorzien van uitschuifbare
schotten zodat u de bak aan uw transportvereisten kunt
aanpassen.
- Draai de knoppen (1) los en schuif het schot uit om de
afmeting van de bak te wijzigen.
DUMPER
- Op aanvraag is een verzinkte dumper leverbaar waarmee
ook vloeistoffen kunnen worden vervoerd.
LET OP: breng het voertuig langzaam tot stilstand
om het kantelen van de lading te voorkomen.
- Controleer of het laadvlak correct beladen is.
Neem het maximum draagvemogen in acht. Het overbeladen
of het gebruik van het voertuig op een steilere helling dan
DE MOTOR STARTEN
HET VOERTUIG LATEN FUNCTIONEREN
LAADVLAK
Haal de hendel (6) omlaag en houd hem tegen de knop om
de motor te starten.
3- Zet de gashendel (2) halverwege.
4- Lees voor de startprocedure aandachtig de handleiding
van de motor van uw voertuig door. De handleiding van de
motor is aan deze handleiding bijgesloten.
5- Bij koude motor kan het nuttig blijken de "STARTER"
lucht af te sluiten.
DE MOTOR UITSCHAKELEN Afb.1
1- Laat de koppelinghendel (1) los om de aandrijving te
ontkoppelen.
2- Plaats de versnellingshendel (5) in de stand "N" neutraal.
3- Zet de gashendel (3) op een minimum en wacht een
aantal seconden zodat de motor kan afkoelen.
4- Laat de veiligheidshendel (6) los "als het voertuig
uitgerust is met een kractafnemer" of plaats de schakelaar
van de motor op de stand (0) om de motor automatisch te
laten uitschakelen.
5- Sluit het benzinekraantje.
VAN RICHTING VERANDEREN afb.1
- Trek aan de rechter- of linkerhendel van zijkoppelingen (3)
om in de gewenste richting te sturen.
RECHTERHENDEL: het voertuig gaat naar rechts.
LINKERHENDEL: het voertuig gaat naar links.
Als u tegelijkertijd aan de beide hendels trekt, dan komt
het voertuig onmiddellijk tot stilstand.
"RECHTS" en "LINKS" verwijzen naar de operator in
de rijpositie, of te wel als hij het stuur vastpakt.
ACHTERUIT: controleer voordat u achteruit rijdt of de zone
achter u vrij van obstakels in of u optimaal zicht heeft.
LET OP: het voertuig stuurt niet als u de veilige
snelheid van ± 5 km/uur overschrijdt.
toegestaan is kan schade aan het voertuig berokkenen en
stelt de operator bloot aan het gevaar voor het kantelen van
de lading.
HANDMATIG LOSSEN afb.3
- Omhoog bewegen: druk de ontgrendelhendel (A) naar het
handvat (7) en hef de bak op.
- Omlaag bewegen: breng de bak met het handvat (7) naar
beneden en verzeker u ervan dat de vergrendeling de bak
vergrendeld heeft.
LET OP: om uw veiligheid te garanderen moet u de
lading altijd op horizontale ondergronden bij
stilstaand voertuig lossen.
45
NL
NEDERLANDS