2. Veiligheidsvoorschriften
• Het soldeerstation mag enkel gebruikt worden om: elektrische en elektronische componenten op printplaten en
modules te solderen/desolderen, om printbanen en kabeleinden te vertinnen en kabelverbindingen te maken.
• Het soldeerstation mag in geen geval gebruikt worden om vloeistoffen of kunststoffen op te warmen (vorming van
giftige dampen, brandgevaar!)
• Een defect soldeerstation (zichtbare schade, geen werking, langdurige bewaring in slechte omstandigheden,
slecht transport) mag niet gebruikt worden maar moet onmiddellijk uit het stopcontact getrokken worden en moet
worden gevrijwaard voor verder gebruik. Het toestel mag enkel door gekwalificeerd personeel hersteld worden.
Wijzigingen door de gebruiker zelf kunnen leiden tot elektroshocks en bovendien vervalt de garantie.
• Het soldeerstation mag enkel bij een wisselstroom van 230V (220V-240V) 50Hz gebruikt worden.
• Het soldeerstation mag enkel in droge ruimtes geïnstalleerd en gebruikt worden.
• Het toestel altijd onder toezicht houden.
• Het toestel uit de buurt van kinderen houden.
• Leg de soldeerbout steeds in de houder.
• Het soldeerstation mag niet in een vochtige of natte omgeving of in de buurt van licht ontvlambare of brandbare
stoffen of gassen gebruikt worden.
• De gassen die tijdens het solderen ontstaan zijn schadelijk. Daarom mag u enkel solderen in goed geventileerde
ruimtes of onder een geschikte afzuiging.
• U mag enkel delen solderen die niet onder spanning of stroom staan. Het soldeerstation is niet geïsoleerd!
• Volg de wettelijke bepalingen ter voorkoming van ongevallen.
• Wanneer het soldeerstation van een koude in een warme ruimte gebracht wordt, kan er condensatie optreden.
Dat kan leiden tot beschadiging of het incorrect functioneren van onderdelen. Schakel het soldeerstation pas aan
wanneer het kamertemperatuur heeft bereikt.
• De soldeerbout bereikt een temperatuur van meer dan 160°C. Aanraking met de metalen delen van een hete
soldeerbout kan bij mens en dier ernstige brandwonden veroorzaken.
• Het soldeerstation mag niet te lang op hoge temperaturen ingesteld blijven. Bij langere pauzes moet het toestel
uitgeschakeld worden.
• Het soldeerstation en de soldeerbout mogen niet ter afkoeling in water ondergedompeld worden.
• Het soldeerstation en de soldeerbout mogen niet aan grote mechanische lasten onderworpen worden.
• Het soldeerstation kan tijdens het gebruik sterk opwarmen. Daarom moet het steeds op een stabiele, vaste en
brandvrije ondergrond gebruikt worden. Blokkeer of bedek nooit de ventilatiegleuven in de behuizing.
• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens het te reinigen. Gebruik een licht vochtig
doek (geen sterke reinigingsmiddelen, sproeireinigers of solventen). Let erop, dat bij het reinigen geen vloeistof in
de behuizing kan lopen.
• Verkeerd gebruik van dit toestel kan brand veroorzaken.
• Wees voorzichtig wanneer u dit toestel gebruikt in ruimtes met brandbare stoffen.
• Hitte kan brandbare stoffen doen ontbranden, ook al zijn deze stoffen niet zichtbaar.
• Vermijd het toestel te gebruiken in ruimtes met een ontplofbare atmosfeer.
• Laat de soldeerbout in de houder afkoelen voordat u hem opbergt.
3. Instructies
a. Voorbereiding
• Steek de spiraalvormige soldeerbouthouder in het daartoe bestemde gat in de behuizing.
• Laat de spons zich met zuiver water volzuigen en laat ze uitdruipen alvorens ze in het bakje te leggen.
• De punt wordt op de stang gestoken en met een moer aan de soldeerbout bevestigt. Vervang de punt enkel bij
een afgekoelde soldeerbout. Draai de moer los en trek de punt er voorzichtig uit. Controleer regelmatig of de
moer nog goed vast zit. Wanneer dat niet het geval is, draai ze vast.
Opmerking: de soldeerbout mag in geen geval zonder punt gebruikt worden.
b. Aansluiting
Steek de stroomkabel van het uitgeschakelde soldeerstation (0-positie) in een 230V/50Hz stopcontact.
VTSS4_v2
6
VELLEMAN