6.1 Onderdrukking hoogfrequentstoringen optimaliseren
Neem de volgende punten in acht bij het vakkundig leggen van kabels om een goede
onderdrukking van hoogfrequente storingen en een zo groot mogelijke bedrijfsveiligheid te
realiseren:
Monteer de voedingsadapter minimaal 30 cm verwijderd van aluminium profielen waarin
de led's zich bevinden. Neem daarbij de minimale afstanden in acht tot aangrenzende
componenten (zie "Gebruikershandleiding voedingsadapter", afb. C).
Leg uitgangskabels op een passende afstand vakkundig ten opzichte van de geaarde,
metalen oppervlakken.
Zorg ervoor dat de afstand tussen voedingskabel en aansluitkabel van receiver of led-
strip zo groot mogelijk is (minstens 5 cm) en dat de stroom- alsmede de aansluitkabel
niet parallel worden gelegd.
Daardoor wordt de inkoppeling van storingen tussen de voedingskabel en de
aansluitkabels van de lampen voorkomen.
Kruis de voedingskabel en de led-modules niet. Als een kruising niet kan worden
uitgesloten, voer deze dan met een zo groot mogelijke hoek uit, voor zover dit
vaktechnisch en uit veiligheidsoogpunt haalbaar is.
Dit voorkomt HF-inkoppelingen op de voedingskabel.
6.2 Aansluitvarianten
De componenten van het LIPROTEC-systeem kunnen in de volgende combinaties worden
samengesteld en aangesloten:
Een of verschillende led-strip(s) (LT ES 11 tot LT ES 61), aangesloten op een
voedingsadapter met voorgeschakelde lichtschakelaar (zie "Gebruikershandleiding led-
strip", afb. F).
Een of verschillende led-strip(s) (LT ES 11 tot LT ES 61, LT ES 9), aangesloten op een
receiver voor de afstandsbediening, met voorgeschakelde voedingsadapter en
optionele lichtschakelaar (zie "Gebruikershandleiding led-strip", afb. E).
Een of verschillende led-strip(s) (LT ES 11 bis LT ES 61, LT ES 9), aangesloten op
domotica, die de stroomvoorziening en besturing overneemt (zie
"Gebruikershandleiding led-strip", afb. G).
De aansluitmogelijkheden die van toepassing zijn voor de betreffende componenten, worden
hierna beschreven.
Gebruikershandleiding LED-strip
NL
Aansluiten
69