– Druk op de ontgrendelingshendel (5.1) voor het
zaagaggregaat. De pendelbeschermkap (5.2)
wordt hierdoor voor de helft geopend.
– Schakel de machine in.
– Zaag het werkstuk met gelijkmatige voor-
waartse beweging door. Hierbij glijden de rollen
(5.3) van de pendelbeschermkap over het werk-
stuk, waardoor de pendelbeschermkap verder
opent.
– Draai het zaagaggregaat na het zagen opnieuw
naar boven en schakel de machine uit.
9
Onderhoud
Trek voor alle werkzaamheden aan de
machine de stekker uit het stopcontact!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden die het openen van de motorbe-
huizing vereisen, mogen alleen door een
geautoriseerde klantendienstwerkplaats
uitgevoerd worden.
Beschadigde beveiligingen en onderde-
len moeten op deskundige wijze door
een erkende servicewerkplaats worden
gerepareerd of vervangen, indien in de
gebruiksaanwijzing niets anders staat
aangegeven.
Om de luchtcirculatie te garanderen, moeten de
koelluchtopeningen in de motorbehuizing altijd
vrij en schoon gehouden worden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale
kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een
automatische stroomonderbreking en het toestel
komt tot stilstand.
• Reinig regelmatig het tafelinlegstuk [1.9] en het
afzuigkanaal bij de spaanvanger (zie Afbeelding
6) om houtsplinters, stofafzettingen en werk-
stukresten te verwijderen.
9.1
Tafelinzetstuk vervangen
Werk niet met een versleten tafelinzetstuk (1.9),
maar vervang hem door een nieuw. Draai hiervoor
de vijf schroeven los waarmee het tafelinzetstuk
aan de zaagtafel bevestigd is.
Een nieuw tafelinzetstuk wordt zonder zaaggleuf
geleverd. Daarom moet u die er na het inbouwen
eerst inzagen.
9.2
Zaagaggregaat bijstellen
Met de schroef (6.2) kunt u het draaibereik van het
zaagaggregaat instellen. Dit kan nodig worden als
de diameter van het zaagblad bij het bijscherpen
veranderd is of als een nieuw zaagblad ingebouwd
wordt.
– Stel de aanslagliniaal (6.4) op 0° in.
– Los de contramoer (6.1).
– Draai het zaagaggregaat tot aan de aanslag naar
onderen.
– Stel het zaagaggregaat in door zoals op afbeel-
ding 7 aan de schroef (6.2) te draaien (naar links
draaien - zaagaggregaat wordt neergelaten;
naar rechts draaien - zaagaggregaat wordt op-
getild).
Het zaagaggregaat mag niet zo diep in-
gesteld worden, zodat hij in de zaagtafel
kan zagen.
– Draai de contramoer opnieuw aan.
10
Accessoires
Maak uitsluitend gebruik van de voor deze ma-
chine bestemde originele Festool-accessoires
en het Festool-verbruiksmateriaal, omdat deze
systeemcomponenten optimaal op elkaar zijn
afgestemd. Bij het gebruik van accessoires en
verbruiksmateriaal van andere leveranciers is een
kwalitatieve beïnvloeding van de werkresultaten
en een beperking van de garantieaanspraken
waarschijnlijk. Al naar gelang de toepassing kan
de slijtage van de machine of de persoonlijke be-
lasting van u zelf toenemen. Bescherm daarom
uzelf, uw machine en uw garantieaanspraken
door uitsluitend gebruik te maken van originele
Festool-accessoires en Festool-verbruiksmate-
riaal!
De bestelnummers voor accessoires en gereed-
schap vindt u in uw Festool-catalogus of op het
internet op www.festool.com.
11
Afvalverwijdering
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer het apparaat, de accessoires en de
verpakking op milieuvriendelijke wijze af! Neem
daarbij de geldende nationale voorschriften in
acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn 2002/96/
EG dienen oude elektroapparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
12
Garantie
Voor onze toestellen verlenen we op materiaal- of
productiefouten garantie conform de landspe-
cifi eke wettelijke bepalingen, minstens echter
12 maanden. Binnen de lidstaten van de EU be-
draagt de garantietermijn 24 maanden (bewijs
door rekening of afl everingsbewijs). Schade door
natuurlijke slijtage, overbelasting, ondeskun-
40