5.8.3 Koelkastvakken
5
6
7
Vriesvak:
1
al bevroren waren (diepvries)
Middenvak:
2
Melkproducten, toebereid voedsel
Ondervak:
3
Vlees, vis, waren om te ontdooien
Groentevak:
4
Salade, groente, fruit
Bovenste deuretage:
5
Eieren, boter
Middelste deuretage:
6
Conserven,
marmelade
Onderste deuretage (drankvak):
7
Drank in flessen of zakken
1
2
3
4
Afb. 18
dressings,
ketchup,
Gebruik van de koelkast
5.8.4 Bereiding van ijsblokjes
IJsblokjes
worden
ingevroren. 's Nachts is de koelkast minder
belast en heeft het aggregaat meer reserves.
1. IJsschaal met
drinkwater vullen.
WAARSCHUWING!
Alleen drinkwater gebruiken!
5.9
Buitenbedrijfstelling
Zet de energiekeuzeschakelaar (1) in stand
"AUS". Het apparaat is uitgeschakeld.
Laat de deur een spleet geopend om
schimmelvorming
vermijden.
Als de koelkast langdurig niet wordt
gebruikt, de afsluitklep aan boordzijde en de
flesklep sluiten.
17
het
beste
's
Afb. 19
2. IJsschaal in het
vriesvak zetten.
Afb. 21
in
het
apparaat
nachts
Afb. 20
Afb. 22
te