Generator elektrisch aansluiten
Pos.
Beschrijving
25
4-polige stekker
26
6-polige stekker
27
2-polige stekker
10.4
230 V aansluiten
A
LET OP!
• Sluit op de elektrische installatie van het voertuig een relais of een
omschakelaar (zie ) aan, zodat de generator niet wordt beschadigd,
als het externe stroomnet wordt aangesloten.
• Controleer of de elektrische installatie als volgt is ingericht:
– TN-net:
De nulleider moet met de veiligheidsleider PE op de aansluitklem
via een draadbrug met een minimale doorsnede van 2,5 mm
zijn overbrugd. Controleer of ter beveiliging tegen automatische
uitschakeling een personenveiligheidsschakelaar (FI-schakelaar,
30 mA) en een dubbelpolig werkende overstroombeveiliging
(bijv. vermogensschakelaar, 13 A) zijn geïnstalleerd.
– IT-net:
Controleer of een isolatieschakelaar en een dubbelpolig
werkende overstroombeveiliging (bijv. vermogensschakelaar,
13 A) zijn geïnstalleerd.
• Sluit de generator mogelijk zodanig aan dat deze prioriteit heeft
tegenover het stroomnet (hoofdstuk „Voorrangschakeling realise-
ren" op pagina 134).
➤ Leid de 230-V-aansluitkabel door de kabeldoorgang de behuizing in, en sluit
deze op de 230-V-klemmen (afb. g 5, pagina 10) aan.
➤ Sluit de aardingskabel op de massa-aansluiting aan (afb. g 6, pagina 10).
10.5
Afstandsbediening aansluiten
➤ Verbind de afstandsbediening middels de bijgeleverde verlengkabel aan de
stekker voor de afstandsbediening op het aansluitpaneel van de generator
(afb. g 4, pagina 10).
132
TEC30D EV
2
DE