52 | Nederlands
Hoeken meten (zie afbeeldingen C–D)
Leg het uitklapbeen (1) en het basisbeen (4) vlak tegen of op de te meten
kanten. De aangegeven meetwaarde (c) komt overeen met de binnenhoek w
tussen het basis- en het uitklapbeen.
Deze meetwaarde verschijnt zolang op het display (7) tot u de hoek tussen
uitklapbeen (1) en basisbeen (4) verandert.
Hoeken overbrengen (zie afbeelding E)
Meet de over te brengen hoek door uitklap- en basisbeen tegen de vooraf
opgegeven hoek te leggen.
Door de vastzetknop (3) vast te draaien kan de positie van de benen mecha-
nisch worden vastgezet. De aangegeven waarde wordt niet opgeslagen.
Leg het meetgereedschap in de gewenste stand tegen het werkstuk. Gebruik
de benen als liniaal voor het aantekenen van de hoek.
Meetwaarde opslaan
Voor het opslaan (H) van de actuele meetwaarde (c) drukt u op de geheu-
gentoets Hold (11).
Ter bevestiging knippert de indicator (a) op het display. De momenteel aan-
gegeven waarde is bevroren en verandert ook bij beweging van het been
niet. Als opnieuw op de geheugentoets Hold wordt gedrukt, dan verschijnt
de indicator (a) permanent op het display. De aangegeven waarde verandert
afhankelijk van beenbeweging. De voorheen bevroren waarde is nu op de
achtergrond opgeslagen. Door opnieuw op de geheugentoets Hold (11) te
drukken verschijnt de tevoren opgeslagen waarde, de indicator (a) knippert.
Voor het wissen van de opgeslagen waarde drukt u kort op de aan/uit-
toets (12).
Om een nieuwe waarde te kunnen opslaan, moet een tevoren opgeslagen
waarde worden gewist. Opgeslagen waarden kunnen niet worden overschre-
ven.
De opgeslagen waarde blijft ook bij het uitschakelen van het meetgereed-
schap (handmatig of automatisch) bewaard. Bij het vervangen van de batte-
rijen of als de batterijen leeg zijn, wordt deze echter gewist.
Meten met beenverlenging (zie afbeeldingen F–H)
De beenverlenging (16) maakt de hoekmeting mogelijk, wanneer het aanleg-
vlak korter is dan het uitklapbeen (1).
Leg het basisbeen (4) en de beenverlenging vlak tegen of op de te meten
kanten.
Op het display verschijnt als meetwaarde de hoek w tussen basis- en uitklap-
been. De gezochte hoek v tussen basisbeen en beenverlenging kunt u als
volgt berekenen:
v = 180°–w
v
w
v
GAM 220 MF: Modus „Enkel verstek"
De meting „Enkel verstek" dient voor de berekening van de zaaghoek MTR,
wanneer twee werkstukken met hetzelfde verstek samen een willekeurige
buitenhoek x° kleiner dan 180° moeten vormen (bijv. voor vloerplinten,
trapleuningpilaren of schilderijlijsten).
De meting „Enkel verstek" wordt geactiveerd door op de toets MTR1 (14) te
drukken. Voor de calculatie van de MTR wordt altijd de aangegeven waarde
gebruikt. Als net een opgeslagen waarde wordt aangegeven (aanduiding (a)
knippert), dan wordt de calculatie, onafhankelijk van de stand van de benen,
met de opgeslagen waarde uitgevoerd.
x°
Als de werkstukken in een hoek moeten worden ingepast (bijv. voor vloer-
plinten), dan meet u de hoekhelling x° door het aanleggen van uitklap- en ba-
sisbeen. Voor vastgelegde hoeken (bijv. schilderijlijsten) opent u uitklap- en
basisbeen zo ver tot de gewenste hoek op het display verschijnt.
1 609 92A 58K | (18.11.2019)
Bosch Power Tools