16
3.
Het afvoerfilter schoonmaken
1.
2
1
4
3
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan 0
°C, dient u het resterende water uit de
afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
Voer deze procedure ook uit
als u de noodafvoer wilt
gebruiken.
1. Draai de waterkraan dicht en koppel
de watertoevoerslang los.
2. Maak de afvoerslang los van de
gootsteen of gootsteenafvoer.
3. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat
het water uit de slangen stromen.
6
5
4.
2.
4. Selecteer het programma Pompen en
laat dit tot het eind van de cyclus
draaien.
5. Draai de programmaknop naar Stop
om het apparaat van de
stroomvoorziening los te koppelen.
6. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0°C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt. De
fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade
die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
90˚
1
2 x CLACK
2
CLACK
3
CLACK