Nederlands
6
Ingebruikneming
WAARSCHUWING
Ontoelaatbare spanning of frequentie!
Risico van ongevallen
► De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
► In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden gebruikt.
VOORZICHTIG
Verhitting van de plug it-aansluiting bij on
volledig vergrendelde bajonetsluiting
Verbrandingsgevaar
► Voor het inschakelen van het elektrisch ge
reedschap controleren of de bajonetslui
ting van de aansluitkabel geheel is geslo
ten en vergrendeld.
De machine altijd uitschakelen alvorens
de netkabel aan te sluiten of uit het stop
contact te trekken!
Aansluiten en losmaken van de netkabel - zie
afbeelding [2].
Inschakelen: [1-7] indrukken
Uitschakelen: [1-7] loslaten
7
Instellingen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
► Trek vóór alle werkzaamheden aan de ma
chine altijd de stekker uit het stopcontact!
7.1
Electronic
De machine beschikt over een volledige golf
elektronica met de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
ervoor dat de machine stootvrij aanloopt.
Constant toerental
Het motortoerental wordt elektronisch constant
gehouden. Hierdoor wordt ook bij belasting een
gelijkblijvende snijsnelheid bereikt.
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge motortemperatuur worden
stroomtoevoer en toerental gereduceerd. De
machine loopt alleen nog op beperkt vermogen
om een snelle afkoeling door de motorventilatie
34
mogelijk te maken. Na afkoeling komt de ma
chine weer automatisch op gang.
7.2
Spaandikte instellen
► aan de draaiknop [1-4].
grotere spaa
nafname
De markering [1-3] geeft op de schaal [1-5] van
de draaiknop de ingestelde spaanafname aan.
Eén maatstreepje staat voor een verande
ring van de spaanafname van ca. 0,1 mm.
Advies: Bij een schaafbreedte van meer dan 40
mm een spaandikte van hoogstens 2,5 mm in
stellen.
7.3
Spiraalmes wisselen [3]
WAARSCHUWING
Terugslaggevaar, slechte kwaliteit van het
schaafwerk door afgesleten spiraalmes
► Alleen scherpe en onbeschadigde spiraal
messen gebruiken.
► Inbussleutel wegnemen.
► Drie klembouten van de schaafas losdraai
en.
VOORZICHTIG
Heet en scherp gereedschap
Gevaar voor letsel
► Geen bot of defect inzetgereedschap ge
bruiken!
► Veiligheidshandschoenen dragen.
► Spiraalmes wegnemen.
► Mesopnamesleuf reinigen.
► Spiraalmes HW65 (488 503) met de geco
deerde kant naar de achterste schaafzool
inbrengen.
► Spiraalmes met liniaal zo uitrichten, dat het
aan de kopse kant op één lijn ligt met de zij
kanten van de voorste en achterste schaaf
zool.
► Klembouten vastschroeven (eerst de mid
delste klembout).
Een naar buiten uitstekend of naar binnen
teruggeplaatst spiraalmes aan de voorzij
de leidt tot een verkeerde sponningbreed
te.
kleinere spaa
nafname