Om aan de CE richtlijnen te voldoen verdient het aan-
beveling de acculader te aarden.
Waarschuwing!
Het aarden van 230 Volt electrische apparaten aan boord van
een schip dat niet via een walaansluiting verbonden is met een
tegen aardlek beveiligd walstopcontact is alleen zinvol als er op
het schip een aardlekbeveiliging of gestel-isolatiebeveiligings-
installatie aanwezig is (zwevend net).
Raadpleeg hiervoor uw installateur.
Tevens zijn hier de locale voorschriften van belang die per land
verschillen en ook de toepassing kan daarbij van belang zijn
(voor beroepsvaart en in het bijzonder passagierschepen gel-
den vaak speciale regels).
VETUS kan geen verantwoordelijkheid aanvaarden voor het
toepassen van de acculader in strijd met de plaatselijke voor-
schriften.
5
Bediening
Na het aansluiten van de accu wordt het laden automatisch
gestart en zal de 'ON' LED gaan branden om dit aan te geven.
De VETUS acculader heeft een laadkarakteristiek die men kan
aanduiden als IUoU-float.
BOOST-FASE
De acculader begint de accu te laden met de maximale laad-
stroom.
Instelling stroombegrenzing, in het geval een afstandsbedie-
ningspaneel is aangesloten:
Zodra de gasspanning van de accu is bereikt (Zie '7 Technische
gegevens', laadspanning, Boost), zal de laadspanning niet ver-
Type acculader
BC12202A
BC12263A
BC12403A
BC12603A
BC12803A
BC24303A
BC24503A
BC24803A
der toenemen en de stroom geleidelijk afnemen.
FLOAT-FASE
Als de laadstroom is gedaald tot ca. 10% van de maximale laad-
stroom, wordt de laadspanning verlaagd, tot de Floatspanning
(Zie '7 Technische gegevens', laadspanning, Float), dit beperkt
het waterverbruik van de accu's.
6
090119.01
Instelbereik
12 A - 20 A
15 A - 26 A
25 A - 40 A
36 A - 60 A
48 A - 80 A
18 A - 30 A
30 A - 50 A
48 A - 80 A
Acculader type BC12202A, BC12263A, BC12403A, BC12603A, BC12803A, BC24303A, BC24503A, BC24803A
5.1
Beveiligingen
De acculader schakelt zichzelf uit bij een van de volgende sto-
ringen en schakelt zichzelf ook weer in als de storing is opge-
heven:
- Te lage, of te hoge, netspanning
- Kortsluiting van de uitgang
- Te hoge accuspanning
- Te hoge temperatuur van de acculader
Bij verkeerd om aansluiten van plus en min van de accu zal de
laadstroomzekering doorbranden.
5.2
LED indicators
De acculader is voorzien van de volgende LED indicators:
LED
Knipperend:
'ON'
Aan:
Uit:
'BOOST'
Aan:
Uit:
'TEMP'
Aan:
Uit:
'BATT'
Aan:
Uit:
'FUSE'
Aan:
Uit:
Net
Aan:
Uit:
'REVERSE
POLARITY'
Aan:
Keuzeschakelaar 80 A - 40 A (BC24803A)
De acculader BC24803A is voorzien van een keuzeschakelaar
80 A - 40 A. Met deze schakelaar kan de maximale laadstroom
van de acculader worden ingesteld.
Door de maximale laadstroom te verlagen wordt tevens het
opgenomen vermogen verlaagd. Een walaansluiting met een
(te) kleine zekering kan dan toch worden benut om de accu's
te laden.
Functie
Kortsluiting van de uitgang
Lader in bedrijf.
Laadfase 'FLOAT'.
Laadfase 'BOOST'
OK.
Te hoge temperatuur van de
acculader
OK.
Te hoge accuspanning
OK.
Laadstroomzekering defect
Geen netspanning.
(115 V / 230 V)
OK
OK
Plus en min accuaansluiting
verkeerd om aangesloten.