-
Leg de punten van de
het circuit. Is de weerstand tussen de twee meetpunten kleiner dan 50 Ω,
dan wordt een geluidsignaal afgegeven door de in de BENNING CM 2
ingebouwde zoemer.
zie fig 5:
8.5 Stroommeting
8.5.1
Voorbereiden van de metingen
-
Gebruik en bewaar de BENNING CM 2 bij de aangegeven werk- en
opslagtemperaturen.
-
Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 2 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
8.5.2
Stroommeting
Geen spanning zetten op de contactbussen van de BENNING CM 2. Neem
eventueel de veiligheidsmeetsnoeren van het apparaat. Bij gelijkstroom-
metingen letten op polariteit.
-
Kies met schuifschakelaar en functietoets de gewenste instelling.
-
Druk op de „Zero" toets voor nulinstelling.
-
Open het mondstuk voor de meettang en druk op de openingshendel
en plaats de tang om de te meten stroomvoerende ader.
-
Lees de gemeten waarde af in het display
9.
Onderhoud
De BENNING CM 2 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt. Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING CM 2 mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voorzorgs-
maatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen.
Maak de BENNING CM 2 dan ook spanningsvrij, alvorens het apparaat te
openen.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING CM 2.
-
Zet de schuifschakelaar in de positie „Off".
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat.
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING CM 2 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
-
Zichtbare schade aan de behuizing.
-
Meetfouten.
-
Waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde
omstandigheden.
-
Transportschade.
In dergelijke gevallen dient de BENNING CM 2 direct te worden uitgeschakeld
en niet opnieuw elders te worden gebruikt.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde met een schone, droge doek. (speciale
reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/of schuurmiddelen
om de BENNING CM 2 schoon te maken. Let er in het bijzonder op dat het
batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de
batterijen en/of in het huis, dit eveneens verwijderen met een droge, schone
doek.
9.3 Het wisselen van batterijen
Voor het openen van de BENNING CM 2 moet het apparaat
spanningsvrij zijn. Gevaarlijke spanning!
De BENNING CM 2 wordt gevoed door twee batterijen van 1,5 V. Als het
batterijsymbool op het display verschijnt, moeten de batterijen worden
vervangen. De batterijen worden als volgt gewisseld.
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van het te meten circuit.
-
Neem de veiligheidsmeetsnoeren af van de BENNING CM 2.
-
Zet de schuifschakelaar in de positie „Off".
-
Leg het apparaat op de voorzijde en draai de schroef uit het deksel van het
batterijvak.
-
Schuif het deksel naar de zijkant uit de geleiding.
02/ 2006
veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten in
doorgangstest met zoemer.
BENNING CM 2
63