5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Algemeen
•
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, d.w.z. ze moet op een werkbank,
een universeel onderstel of iets dergelijks
worden vastgeschroefd.
•
Vóór inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen
en veiligheidsinrichtingen naar behoren zijn
gemonteerd.
•
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
•
Bij reeds bewerkt hout op vreemde voorwer-
pen letten zoals b.v. nagels of schroeven etc.
•
Voordat u de aan-/uitschakelaar indrukt dient
u zich ervan te vergewissen dat het zaagblad
correct is gemonteerd en beweeglijke onder-
delen gemakkelijk bewegen.
5.2 Montage van het onderstel (fi g. 1, 4a – 4e,
5)
•
Monteer het onderstel zoals afgebeeld in fig.
4a-4e. Draai de afzonderlijke onderdelen los-
jes aan met de schroeven (a), veerringen b),
sluitringen (c) en moeren (d).
•
Begin met de bovenste dwarsverstijvingen
(101) en bovenste langsverstijvingen (102),
vervolgens met de standbenen – bovendeel
(105).
•
Monteer vervolgens de onderste dwarsversti-
jvingen (103) en onderste langsverstijvingen
(104) gelijktijdig met de standbenen – on-
derdeel (106). Trek daarna de rubbervoeten
(107) op de standbenen.
•
Draai het complete onderstel om en haal alle
schroefverbindingen aan.
•
Verwijder de rubbervoeten van de zaag, bijv.
met behulp van een schroevendraaier. Plaats
de zaag op het onderstel en schroef de zaag
met de schroeven (e), veerringen (b), sluitrin-
gen (f) en moeren (d) aan het onderstel.
Anl_TC_SM_2531_U_SPK7.indb 88
NL
5.3 Zaag monteren (fi g. 1-5)
•
Om de draaitafel (17) anders af te stellen de
vastzetschroef (14) met ca. 2 slagen losdraai-
en en de knop (33) indrukken teneinde de
draaitafel (17) te ontgrendelen.
•
Draaitafel (17) en wijzer (15) op de gewenste
hoekmaat van de schaal (16) draaien en
fixeren m.b.v. de vastzetschroef (14). De zaag
heeft grendelstanden bij de posities -45°,
-45°, -30°, -22,5°, -15°, 0°, 15°, 22,5°, 30° en
45°, waarin de draaitafel (17) hoorbaar vast-
klikt.
•
De zaag uit de onderste stand vrijzetten door
de machinekop (4) lichtjes omlaag te drukken
en tegelijk de borgbout (25) de motorhouder
uit te trekken. Draai de borgbout (25) met 90°
voordat u hem loslaat zodat de zaag ontgren-
deld blijft.
•
Machinekop (4) omhoogzwenken tot de ont-
grendelhefboom (3) vastklikt.
•
De spaninrichting (8) kan zowel links alsook
rechts op de vaststaande zaagtafel (18) wor-
den gemonteerd.
•
Vastzetschroeven voor werkstukhouder (26)
losdraaien.
•
Werkstukhouder (10) op de vaststaande
zaagtafel (18) monteren, overeenkomstige
vastzetschroef (26) aanhalen (fig. 4).
•
De tweede werkstukhouder (10) aan de over-
kant van de zaag monteren en borgen d.m.v.
de overeenkomstige vastzetschroef (26).
•
De machinekop (4) kan naar links tot max.
45° schuin worden gesteld door de vast-
zetschroef (21) los te draaien.
5.4 Nauwkeurig instellen van de aanslag voor
afkortsnede 90° (fi g. 1, 6-9)
•
De draaitafel (17) in 0° stand fixeren.
•
De vastzetschroef (21) losdraaien en met de
handgreep (1) de machinekop (4) helemaal
naar rechts neigen.
•
90° aanslagwinkelhaak (y) tussen zaagblad
(7) en draaitafel (17) aanleggen.
•
Justeerschroef (29) draaien tot de hoek
tussen zaagblad (7) en draaitafel (17) 90°
bedraagt.
•
Controleer daarna de stand van de wijzer
(20) op de schaal (19). Indien nodig, wijzer
(20) losdraaien m.b.v. de kruiskopschroeven-
draaier, naar de 0° stand van de schaal (19)
brengen en vastzetschroef terug aanhalen.
•
De aanslagwinkelhaak is niet bij de levering
begrepen.
- 88 -
21.08.15 08:20