REINIGING EN ONDERHOUD
REINIGING VAN HET APPARAAT
Na elk gebruik is het wenselijk het apparaat schoon en droog op te bergen.
De filterkorf en het opvangreservoir kunnen in de afwasmachine worden gewassen.
Verwijder de filters voordat u deze onderdelen wast.
Reinig de buitenkant van het apparaat met een vochtige doek.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen of druppelende doeken.
OPGEPAST! De metalen contacten op het toestel in de zone onder het reservoir niet nat maken.
EXTERNE FILTERS
De filter van polyester van de filtermand F1 moet na elk gebruik schoongemaakt en afgedroogd worden.
Controleer regelmatig de onderste filter F4. Reinig de filter eventueel met koud water. Afdrogen vooraleer terug te plaatsen. Controleer
regelmatig de HEPA-filter (laterale filter F3) en vervang hem indien nodig.
Controleer regelmatig de voorzakfilter F2 en vervang hem indien nodig.
ONTKALKING VAN DE KETEL
De in het water opgeloste mineraalzouten en vooral de kalk worden in de ketel afgezet. Dit kan in de loop van de tijd problemen vero-
orzaken (langere opwarmtijd, hoger energieverbruik, verstopping van enkele leidingen).
Om deze problemen te voorkomen moet de ketel regelmatig worden ontkalkt. Leeg de ketel bij uitgeschakeld en afgekoeld apparaat
door de dop op de onderkant van het apparaat met een inbussleutel te openen. Sluit de dop weer. Giet 1/2 glas witte azijn gemengd
met 750 cc water in het koude reservoir. Schakel de hoofdschakelaar en de schakelaar van de ketel in. Wacht totdat de lichtindicator
"stoom gereed" gaat branden. Nu het toestel uitzetten, en wachten zodat de druk in de ketel vermindert (totdat de manometer terugke-
ert naar het minimum), maak de ketel leeg en spoel na met veel water. Sluit geen accessoires aan en activeer de stoomafgifte niet
tijdens het ontkalken!
ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING
Om uw apparaat de beste prestaties te laten leveren en energieverspilling te voorkomen moeten enkele eenvoudige aanwijzingen
worden opgevolgd. Schakel de ketel niet in als u alleen de zuigfunctie wilt gebruiken.
Reinig de ketel regelmatig (ontkalking). De resten die op het verwarmingselement worden afgezet beperken de efficiëntie. Zorg voor
het onderhoud van de filters (reiniging en vervanging).
OPLOSSING VOOR MOGELIJKE PROBLEMEN
Het apparaat schakelt niet in
Controleer of het apparaat op een stopcontact is aangesloten.
Controleer of het stopcontact waarop het apparaat is aangesloten onder spanning staat.
Controleer of de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Het apparaat geeft geen stoom
Controleer of beide schakelaars zijn ingeschakeld.
Controleer met behulp van de drukmeter of er druk is.
Controleer de toestand van het controlelampje stoom gereed.
Controleer of de handgreep van stomen – zuigen goed is aangesloten.
Controleer of de blokkering van de stoomafgifte (C) op de handgreep niet is ingeschakeld.
Controleer of de accessoires die u gebruikt niet verstopt zijn.
Er lekt water uit de laterale filter.
Controleer of de metalen contacten van het winningsreservoir goed schoon zijn.
Controleer of er zich geen schuim gevormd heeft aan de binnenkant van het reservoir. Maak het reservoir eventueel leeg en vul het
met schoon water tot aan de aangegeven niveaus.
Controleer de staat en de correcte plaatsing van de pakkingen.
De aanzuiging werkt niet.
Controleer of er water aanwezig is in de externe sector van het winningsreservoir.
Controleer of het winningsreservoir niet vol is.
Controleer of de metalen contacten van het winningsreservoir goed schoon zijn.
INSTRUCTIES VOOR DE VERWIJDERING EN NORMEN IN ZAKE MILIEUBE-
SCHERMING
Men moet ervoor zorgen het verpakkingsmateriaal en de gebruikte filters weg te gooien zich houdend aan de van kracht zijnde normen
in zake afval. Indien in uw zone speciale beschikkingen werden getroffen voor recycling van materiaal (gescheiden afvalinzameling)
moet u zich hieraan houden. Dit product is conform met de richtlijn 2012/19/EU. Het symbool met de doorstreepte korf duidt aan dat
het product op het einde van zijn nuttige levenscyclus, gescheiden van de huishoudelijke afval moet behandeld worden. De gebruiker
wordt verantwoordelijk gesteld voor het afleveren van het apparaat aan de geschikte inzameling- of verwerkingsinrichting. De gepaste
gescheiden inzameling maakt de daaropvolgende recycling, behandeling en milieurespecterende verwijdering mogelijk, draagt bij tot
het vermijden van mogelijke negatieve gevolgen op gezondheid en milieu en bevordert het hergebruik van de materialen waaruit het
product is samengesteld. Voor meer gedetailleerde informatie in verband met de ter beschikking gestelde inzamelingssystemen moet
u zich wenden tot de lokale dienst voor de verwijdering van afvalstoffen, of tot de winkel waar u het product hebt aangekocht.
56