Tape Monitor functie
Als u de programmabron wilt selecteren die op de TAPE 2
aansluitingen aangesloten is, druk dan op de TAPE 2
MONITOR toets om de tape-monitorfunctie in te schakelen.
Het TAPE 2 MONITOR indicatielampje brandt.
Druk nogmaals op de TAPE 2 MONITOR toets om de tape-
monitorfunctie weer uit te schakelen.
< Als de tape-monitorfunctie geactiveerd is kan geen andere
programmabron dan TAPE 2 via de luidsprekers weergegeven
worden. Denk er aan dat u de tape-monitor functie uitzet als
u naar andere programmabronnen wilt luisteren.
5
Speel de bron af en verhoog de geluidsterkte langzaam
met de VOLUME-toets totdat het gewenste volume
bereikt is.
Opnemen van een externe bron
1. Kies de op te nemen geluidsbron met de INPUT
SELECTOR-knop.
2. Start het opnemen.
< Het ingestelde volume- en hoge/lagetonen-niveau hebben
geen invloed op de opgenomen signalen.
< Als een cassette-recorder met 3 koppen op de TAPE 2 (PLAY
en REC) aansluitingen aangesloten is en u schakelt tijdens het
opnemen de tape-monitorfunctie in dan wordt het zojuist
opgenomen signaal weergegeven in plaats van het signaal
van de opname-bron..
Luidsprekers selecteren
Druk op de SPEAKERS toets (A of B) om de luidsprekers in of
uit te schakelen.
Hoofdtelefoon
Reduceer eerst het volume van de A-R610 tot minimum,
steek dan de plug van uw hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting en regel het volumeniveau door aan de VOLUME
knop te draaien.
Als u het geluid van de luidsprekers uit wilt zetten druk dan
op de SPEAKERS toets om de luidsprekers uit te schakelen.
Waarschuwing
Zet altijd de geluidssterkteweergave naar minimum terug
voordat u uw hoofdtelefoon aansluit om een mogelijke
beschadiging van uw gehoor te voorkomen. Gebruik de
hoofdtelefoon pas als u deze aangesloten heeft.
59