Snelspanmoer
(voor uitgaande as M 14)
In plaats van de spanmoer 10 kan de snelspan-
moer 11 (toebehoren) worden gebruikt. De slijp-
gereedschappen kunnen dan zonder hulpge-
reedschap worden gemonteerd.
De snelspanmoer 11 mag alleen worden ge-
bruikt voor slijp- en doorslijpschijven.
Gebruik alleen een onbeschadigde snelspan-
moer 11 die volkomen in orde is.
Let er bij het vastschroeven op dat de zijde
met het opschrift niet naar de slijpschijf wijst.
De pijl moet naar de indexmarkering 20 wij-
zen.
20
11
3
3
bruik een pensleutel. Plaats de pensleutel zoals
in de afbeelding weergegeven.
60 • 2 609 000 850 • 06.01
Blokkeer
de
uit-
gaande as met de
blokkeerknop 3.
Draai de snelspan-
moer vast door de
slijpschijf
krachtig
met de wijzers van de
klok
mee
aan
te
draaien.
Een op de juiste ma-
nier bevestigde en
onbeschadigde snel-
spanmoer kan wor-
den losgedraaid door
de kartelring tegen
de wijzers van de
klok in met de hand
los te draaien.
Draai een vastzit-
tende
snelspan-
moer nooit met een
tang los, maar ge-
Nederlands - 6
Toegestane
slijpgereedschappen
Alle in deze gebruiksaanwijzing genoemde slijp-
en schuurgereedschappen kunnen worden ge-
bruikt.
Het toegestane toerental [min
snelheid [m/s] van de gebruikte slijpgereed-
schappen moet minstens gelijk zijn aan de gege-
vens in de tabel.
Neem daarom altijd het toegestane toerental en
de omtreksnelheid op het etiket van de slijpge-
reedschappen in acht.
max.
[mm]
D
100
d
115
D
125
b
100
D
115
125
d
70
b
75
D
Ingebruikneming
Let op de netspanning: De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide
machines kunnen ook worden gebruikt met een
spanning van 220 V.
In- en uitschakelen
Als u de machine wilt inschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 1 naar voren.
Als u de aan/uit-schakelaar 1 wilt vastzetten,
drukt u de schakelaar vooraan omlaag tot deze
vastklikt.
Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar 1 los. Als de aan/uit-schake-
laar 1 vergrendeld is, drukt u deze kort achteraan
omlaag.
Proefdraaien!
Controleer het slijpgereedschap voor het
gebruik. Het slijpgereedschap moet op de
juiste wijze gemonteerd zijn en vrij kunnen
draaien. Laat het slijpgereedschap min-
stens 30 seconden onbelast proefdraaien.
Gebruik geen beschadigde, niet-ronde of
trillende slijpgereedschappen.
-1
] resp. de omtrek-
[mm]
-1
b
d
[min
]
6
16,0
11 000
6
22,2
11 000
6
22,2
11 000
–
–
11 000
–
–
11 000
–
–
11 000
30
M 10
11 000
30
M 14
11 000
[m/s]
80
80
80
80
80
80
45
45