Tips voor gebruik van koelkast
• U moet de blaadjes van radijzen knippen zodat ze geen
voedingsstoffen absorberen.
• U moet eierdozen wellicht verplaatsen naar een geschikte
bewaarplaats naarmate dit nodig blijkt. Daarnaast moet u ook
de gepaste eierdoos kiezen volgens het aantal eieren.
• Steek bevroren levensmiddelen in een koelruimte om ze
ontdooien. Zo worden de lage temperaturen van bevroren
levensmiddelen optimaal gebruikt om andere levensmiddelen
te koelen en dus energie te besparen.
• Het metabolisme van gekoelde zucchino's, meloenen,
papaja's, bananen en ananassen, enz. werkt sneller. Daarom
worden deze niet in de koelkast geplaatst.
•
Onrijp fruit wordt echter beter even in een koelruimte bewaard
zodat het verder kan rijpen.
• Sommige levensmiddelen zoals uien, look, gember,
waternoten, knollen, enz. kunnen lang op kamertemperatuur
worden bewaard. Daarom is het niet nodig om ze in de
koelkast te bewaren.
• Verse groenten moeten worden gewassen en vervolgens
in de koelkast worden geplaatst om de ontwikkeling of
verspreiding van bacteriën in de koelkast te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor ener-
giebesparend gebruik
• De koelkast moet in een koele en goed geventileerde ruim-
te worden geplaatst. Daarnaast moet deze uit de buurt van
warmtebronnen worden gehouden en moet direct zonlicht zo
veel mogelijk worden vermeden.
• Beperk het openen van de deuren tot een minimum.
• Bijvoorbeeld: bewaar levensmiddelen periodiek zodat het
openen van de deuren tot een minimum wordt beperkt.
• Dek de levensmiddelen af of pak ze in wanneer u ze bewaart;
• Laat warme levensmiddelen of dranken eerst afkoelen en
steek ze dan in de koelkast;
• De levensmiddelen die moeten worden ontdooid, dienen
eerst in de koelruimte te worden geplaatst (of MY ZONE). Zo
kunt u de lage temperatuur van de bevroren levensmiddelen
gebruiken om de levensmiddelen in de koelruimte (of MY
ZONE) te koelen;
• Steek niet te veel in de koelkast zodat de luchtstroming niet
wordt gehinderd;
• Bij het instellen van de temperatuur voor de koelkast: hoe
lager de ingestelde temperatuur, hoe hoger het energieverb-
ruik van de koelkast. In de veronderstelling dat de instellin-
gen voor het bewaren van levensmiddelen worden gewijzigd
naarmate nodig blijkt, moet de temperatuur in de koelkast zo
hoog mogelijk worden ingesteld.
• Als u een vrij veel plaats in de diepvriesruimte nodig hebt,
kunt u de kleine lade van de vriezer en de tandwielverbin-
dingsstang verwijderen. Vervolgens kunt u de levensmiddelen
er direct in steken en er uit halen via de glazen scheiding van
de diepvriesruimte. Hierdoor kan ook het energieverbruik van
de koelkast dalen;
• Laat zoveel mogelijk speling of ruimte rondom het apparaat
voor een goede ventilatie. Raadpleeg pagina 7.
Als de ventilatie wordt gehinderd, stijgen de kosten van de
werking ervan vanwege het hogere energieverbruik van het
apparaat.
Wateraansluiting
Het is aanbevolen dit product te laten installeren door een
!
gekwalificeerde technicus.
Opmerking: Voor bijkomende installatie gegevens
verwijzen wij u naar de instructies die worden meege-
leverd met het waterfilter.
•
De druk van het koud water dat naar de automatische
ijsmachine wordt gevoerd ligt tussen 0,15 – 0,6 Mpa.
•
De waterleiding moet de correcte lengte hebben, gewoon-
lijk 8 meter, en mag niet gebogen zijn nadat ze is aange-
bracht. Als de waterleiding te lang is wordt de waterdruk
verlaagd en dit beïnvloed het ijs en het koude water.
•
U mag de wateraansluiting NIET aansluiten als de
temperatuur lager is dan 0°C. Zo niet kan de waterleiding
bevriezen.
Altijd aansluiten op de toevoer van drinkbaar water.
•
•
Houd de waterleiding uit de buurt van warmtebronnen.
Het waterfilter filters onzuiverheden uit het water en
•
maakt het ijs schoon en hygiënisch. Het kan niets
steriliseren of vernietigen. U moet er dus voor zorgen de
waterleiding aan te sluiten op een toevoer van drinkbaar
water.
Automatisch watersysteem, voeg niet handmatig water toe.
•
•
Als de ijsmachine ingeschakeld ins maar het apparaat is
niet aangesloten op de waterleiding zal de ijsmachine niet
werken.
Het waterfilter aanbrengen
21
Meet en snijd de vereiste lengte van
de leiding voor het filter naar de
koelkast-diepvriezer en van het filter
naar de watertoevoer. Zorg ervoor dat
u een rechte snede maakt met een
scherp mes.
Duw een van de leidingen in het
waterfilter (Afb. 4-13)
Bevestig de leiding aan het filter door
een vergrendelingsclip in de groef te
schuiven zoals hier weergegeven
(Afb. 4-14).
Herhaal de procedure aan het andere
uiteinde van het filter.
Voer het uiteinde in de plastic adapter
(Afb. 4-15). Schroef de adapter op
een gepaste ½ " BSP aansluiting
wateruitlaat.
Toegang tot de waterklep assemblage
aan de achterzijde van de koelkast.
Duw de leiding in het drukregelventiel
(Afb. 4-16)
Open de waterklep om de leiding te
spoelen, inspecteer de wateraanslu-
itingen op lekken en laat het water
lopen tot het helder stroomt.
De inbedrijfstelling van de water
dispenser
Voor de eerste ingebruikname drukt u
de water dispenser pad meerdere
malen in gedurende 1 minuut. Druk
nooit langer in dan 1 minuut om
oververhitting van het activator
magneetventiel te vermijden. Koud
water begint te stromen van de uitlaat.