Bijvoorbeeld: Voor een
draaimomentinstelling van 90 NM, draai
de handgreep totdat de nul op de schaal
voor � jne afstelling in het kruis tussen de
horizontale en verticale lijn staat bij 84
NM op de schaal en draai vervolgens door
totdat nummer 6 tegenover de verticale lijn
op de schaal voor draaimoment staat.
Plaats een adapter (8), indien nodig, op de
bevestiging voor dopsleutels (7) en stel
de richting voor de ratelfunctie in met de
richtingomschakelaar (6).
Gebruik een dopsleutel of een adapter
om de moer aan te draaien en draai de
handgreep langzaam en gelijkmatig totdat
u een klik hoort. Draai de handgreep niet
verder aan. De moer is nu aangedraaid voor
het gewenste draaimoment.
Gebruik de momentsleutel niet om
vorkverbindingen of universele
verbindingen aan te draaien in verband met
onnauwkeurige aanhalen.
Houd er rekening mee dat de klik voor lage
draaimomentinstellingen moeilijk te horen
kan zijn.
Reiniging en onderhoud
Veeg het gereedschap af met een vochtige
doek. Dompel de momentsleutel niet onder
in water met reinigingsmiddelen, aangezien
dit de smering aantast.
Als de momentsleutel gedurende een
langere periode niet gebruikt is, gebruik
deze dan eerst een aantal keer met een laag
draaimoment om de interne smering te
verspreiden.
Bewaar de sleutel in de laagste
draaimomentinstelling.
NL
33