Installatie en montage
1. Open de rookmelder door de onderkant van de
behuizing voorzichtig tegen de klok in te draaien.
2. Gebruik de boven met de beide boorgaten als
sjabloon voor de montage. Markeer de beide
boorgaten met een potlood.
3. Gebruik bij het boren in beton of metselwerk een b
oor van 5,5 mm ø en boor ongeveer 25 – 30 mm diep.
Controleer of de plug in het gat blijft zitten. Zoek
anders een andere plaats voor de rookmelder of
gebruik dikker montagemateriaal dat u in de
vakhandel kunt kopen. Boor in houten lambrisering
of balken met een boor van 2,5 mm ø ongeveer
20 mm diep.
4. Bevestig vervolgens de bodem met het bijgesloten
montagemateriaal.
5. Klem daarna de meegeleverde batterij in de
batterijklem vast en leg de batterij in het batterijvak.
6. Plaats het apparaat tegen de bodem van de behuizing
(let op dat u de klemhouders van de bodem in de
daartoe bestemde openingen van het alarmsysteem
plaatst) en draai het met de klok mee vast.
Let op: het systeem is voorzien van een beveiliging
waardoor montage van de rookmelder niet mogelijk is
als de batterij niet is geplaatst. ls de rookmelder niet
in de klemmen past, moet u controleren of de batterij
op de juiste wijze is geïnstalleerd en in het batterijvak
is geplaatst.
Zelftest
Deze optie maakt het mogelijk om regelmatig de
werking van de SD 5Y te controleren.
Druk de testknop ongeveer 4 seconden in tot het alarm
afgaat. Door het indrukken van de testknop start u een
zelftestprogramma. Het alarm gaat af als de elektroni-
sche kringloop (hoorn en batterij) functioneren. Voor uw
eigen veiligheid moet u de zelftest wekelijks herhalen
om te controleren of alles goed werkt. ls het alarm niet
klinkt, is de oorzaak meestal een lege batterij. Vervang
de batterij in dat geval (zie "6. Batterij vervangen").
Batterijwaarschuwing
Onder normale omstandigheden is de batterij minstens
5 jaar bruikbaar. De rookmelder SD 5Y is voorzien van
een batterijwaarschuwing. ls de batterij steeds zwakker
wordt, laat het apparaat elke 30 tot 40 seconden een
hoorbaar signaal klinken. Deze waarschuwingstoon
wordt gedurende ten minste 30 dagen herhaald. Zodra
u het waarschuwingssignaal hoort, moet u de batterij
vervangen.
Batterij vervangen
Om een lege batterij te vervangen, draait u de rookmel-
der tegen de klok in los van de bodem. Verwijder de lege
batterij en klem een nieuwe batterij vast aan de clip.
Plaats het apparaat vervolgens weer tegen de bodem
van de behuizing (let op dat u de klemhouders van de
bodem in de daartoe bestemde openingen van het alarm-
systeem plaatst) en draai het met de klok mee vast.
29