•
De kinderwagen niet overbelasten om te voorkomen dat de kinder-
wagen uit balans raakt.
•
De kinderwagen is niet geschikt voor gebruik tijdens hardlopen of
skaten.
•
Vervoer geen extra kinderen, tassen, spullen of accessoires in de
kinderwagen, tenzij anders vermeld in de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
•
Gebruik altijd de 5 punt veiligheidsgordels om te voorkomen dat uw
kind uit de kinderwagen valt of glijdt en zich ernstig bezeert.
•
Gebruik altijd de kruisgordel in combinatie met de heupgordel.
•
De wagen is ontworpen voor 1 kind per zitting, per reiswieg of per
autostoel.
•
De stabiliteit van de kinderwagen kan worden beïnvloed als er gewicht
aan de handvatten en/of aan de achterzijde van de rugleuning en/of
aan de zijdes van de kinderwagen wordt gehangen. De kinderwagen
kan overhellen en uw kind bezeren.
•
U dient extra voorzichtig te zijn wanneer u met de wagen een stoep op
of af gaat, dit moet u achterwaarts doen.
•
Houd rekening met het risico van open vuur en andere sterke hitte-
bronnen, zoals elektrische verwarmingselementen, gashaarden etc. in
de directe nabijheid van de kinderwagen.
•
Voorkom dat warme vloeistoffen, elektriciteitssnoeren en andere
mogelijke gevaren binnen het bereik van een kind kunnen komen.
•
Controleer voor gebruik of de bevestigingsonderdelen op de kinder-
wagen, op de zitting of op de autostoel op de juiste wijze zijn
aangebracht en vergrendeld.
•
Gebruik de wagen niet als er schroeven, moeren of onderdelen defect
zijn of ontbreken.
•
Zorg ervoor dat de wagen volledig is uitgevouwen en dat alle bewe-
gende delen vergrendeld zijn voordat u een kind in de wagen zet.
•
Voordat u de kinderwagen gaat verstellen, dient u ervoor te zorgen
dat een kind niet tussen bewegende onderdelen bekneld kan raken.
•
Gebruik de wagen niet op trappen, steile hellingen, afstapjes, roltrap-
pen of modderig/ ruw terrein. De wagen dient dan eerst te worden
opgevouwen en vervolgens te worden gedragen.
•
Zet de wagen altijd op de rem wanneer u deze parkeert.
•
Laat een kind niet met dit product spelen.
•
Laat een kind niet staan in de wagen of op de voetenplank.
3
NL