PC:
Ith:
Tdt:
DF:
14
Peukert exponent (ontlaadrendement, zie paragraaf
2.3.2). Indien onbekend, wordt aanbevolen om deze
waarde op 1,25 te houden. Een waarde van 1,00
schakelt de Peukert-compensatie uit.
Neem contact op met de fabrikant van de accu voor het
juiste Peukert-exponent voor uw accu.
Stroomdrempel. Als de gemeten stroom onder deze
waarde komt, wordt de stroom beschouwd als nul A. Met
deze functie kunt u zeer lage stroomwaarden
compenseren. Op lange termijn kunnen deze
stroomwaarden de uitlezing van de laadstatus negatief
beïnvloeden in omgevingen met veel stoorsignalen.
Bijvoorbeeld, als een werkelijke stroom langdurig
+0.05 A is en de batterijmonitor door stoorsignalen of
kleine compensaties -0.05 A meet, kan de BMV op de
lange termijn ten onrechte aangeven dat de batterij moet
worden geladen. Als in dit geval lth op 0.1 wordt
ingesteld, rekent de BMV met 0,0 A zodat fouten worden
uitgesloten. Een instelling van 0.0 schakelt deze functie
uit.
Gemiddelde resterende tijd. Geeft het tijdvenster in
minuten weer waarmee het lopend gemiddelde filter
werkt. De keuze van de juiste tijd is afhankelijk van de
installatie. Een waarde van 0 schakelt de filter uit en
geeft u een directe (real-time) uitlezing. De weergegeven
waarden kunnen echter sterk fluctueren. Door de
hoogste tijdswaarde (12 minuten) te selecteren, wordt
zeker gesteld dat bij het berekenen van de resterende
tijd rekening wordt gehouden met belastingfluctuaties op
de lange termijn.
Alarm voor accu bijna leeg (ondergrens voor ontladen).
Als het laadstatus percentage onder deze waarde komt,
wordt het alarmrelais geactiveerd. De berekening van de
resterende tijd is ook aan deze waarde gekoppeld.
Aanbevolen wordt om deze waarde rond 50,0% te
houden.