Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
•
Plaats het apparaat voor gebruik op een vlak
•
en stabiel oppervlak.
Sluit het apparaat nooit aan op een program-
•
meur, timer of een ander mechanisme dat het
apparaat automatisch inschakelt.
Bewaar of gebruik het toestel niet buitenshuis.
•
GEBRUIK EN ONDERHOUD:
Rol voor gebruik het netsnoer van het appa-
•
raat volledig af.
Gebruik het apparaat niet als de aangekoppel-
•
de accessoires beschadigd zijn. Vervang ze
onmiddellijk.
Het apparaat niet aanzetten zonder water.
•
Gebruik het apparaat niet als de aan-/uitknop
•
niet werkt.
Het apparaat niet verplaatsen terwijl het werkt.
•
Keer het apparaat niet om terwijl het in gebruik
•
is of aangesloten is op het lichtnet.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
•
het apparaat niet in gebruik is en alvorens het
te reinigen.
Houd dit apparaat buiten bereik van kinderen
•
en/of personen met lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke beperkingen, of met een gebrek
aan ervaring en kennis.
Het apparaat niet blootstellen aan extreme
•
temperaturen.
Het apparaat op een droge en donkere plaats
•
opbergen en bewaren.
Vul het reservoir altijd met schoon water. Aan-
•
bevolen wordt om gefilterd of gedestilleerd wa-
ter te gebruiken. Gebruik geen mineraalwater.
DOE NOOIT WATER IN DE VERNEVELINGS-
KAMER.
WAARSCHUWING Op oppervlakken en voor-
•
werpen in de buurt van het apparaat kan con-
dens ontstaan.
Plaats het apparaat op een stevige onder-
•
grond op ongeveer 0,5 tot 1 meter boven de
vloer. Gebruik het nooit op vloerhoogte. Houd
het nooit schuin. Zorg ervoor dat het apparaat
goed vaststaat om te voorkomen dat het om-
valt.
Verzeker u ervan dat het oppervlak waarop u
•
het apparaat geïnstalleerd of neergezet hebt
bestand is tegen vocht.
Plaats de neveluitgang niet dicht bij meubels,
•
muren, ramen, televisietoestellen of andere
apparaten die door vocht beschadigd kunnen
raken. Overmatig of onjuist gebruik van het ap-
paraat kan leiden tot een overmaat aan vocht
in de lucht, waardoor er water (condens) kan
neerslaan rond de luchtbevochtiger.
Gebruik het apparaat niet bij een relatieve
•
luchtvochtigheid van meer dan 55%. Con-
troleer regelmatig met een vochtmeter of de
relatieve luchtvochtigheid van de omgeving
deze waarde niet overschrijdt. Een relatieve
luchtvochtigheid tussen 40% en 60% is com-
fortabel.
De aanbevolen omgevingstemperatuur is
•
18-22 ºC. Gebruik het apparaat binnen deze
temperaturen. Onder deze temperatuur kan de
omgeving geen vocht meer opnemen en kan
er gemakkelijker condensvorming ontstaan.
Laat het apparaat niet onbeheerd achter wan-
•
neer het aanstaat.
Gebruik geen essentiële oliën, aangezien
•
deze de goede werking van het apparaat na-
delig beïnvloeden
REPARATIES:
Onjuist gebruik of een gebruik dat niet over-
•
eenstemt met de gebruiksaanwijzing kan ge-
vaar inhouden en doet de garantie en de aan-
sprakelijkheid van de fabrikant teniet.
BESCHRIJVING
1 Nevelregeling
2 Regeling lichtintensiteit
3 Programmering van de duur van de
nevelproductie
4 Romp
5 Waterreservoir
6 Dop waterreservoir
7 Richtbare neveluitgang
8 Basis
9 Transducer
10 Vak voor geurextracten
11 LED verlichting
12 Keramisch filter
13 Netsnoer
14 Afstandsbediening:
a. Aan/uit knop
b. Nevelregeling
c. Regeling lichtintensiteit
d. Programmering van de werkingsduur van
de luchtbevochtiger
e. Programmering van de duur van de
verlichting
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND AAN HET
GEBRUIK:
Controleer dat al het verpakkingsmateriaal van
•
het product verwijderd is.
NL