NEDERLANDS
BESCHRIJVING
A Knop aan / uit / Hoeveelheid nevel / Controle-
lampje werking
B Waterreservoir
C Deksel waterreservoir
D Neveluitgang
E Basis
F Transducer
G Vak voor geurextracten
H Filter met keramische kogels
I Deksel van het koolstoffilter
J Koolstoffilter
GEBRUIK EN ONDERHOUD:
Rol voor gebruik de voedingskabel van het
•
apparaat volledig af.
Gebruik het apparaat niet wanneer de acces-
•
soires niet correct aangesloten zijn.
Gebruik het apparaat niet als de aangekoppel-
•
de accessoires beschadigd zijn. Vervang ze
onmiddellijk.
Zet het apparaat niet aan zonder water.
•
Gebruik het apparaat niet als de aan/uit knop
•
niet werkt.
Verplaats het apparaat niet terwijl het in ge-
•
bruik is.
Keer het apparaat niet om terwijl het in gebruik
•
is of aangesloten is op het lichtnet.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
•
het apparaat niet in gebruik is en voordat u het
reinigt.
Houd dit apparaat buiten bereik van kinderen
•
en/of personen met lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke beperkingen, of met een gebrek
aan ervaring en kennis.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme tem-
•
peraturen.
Bewaar het apparaat op een droge plaats zon-
•
der stof of direct zonlicht.
Vul het reservoir altijd met schoon water. Aan-
•
bevolen wordt om gefilterd of gedestilleerd wa-
ter te gebruiken. Gebruik geen mineraalwater.
DOE NOOIT WATER IN DE VERNEVELINGS-
KAMER.
Controleer dat het deksel goed gesloten is
•
voordat u het apparaat inschakelt.
WAARSCHUWING: Op oppervlakken en
•
voorwerpen in de buurt van het apparaat kan
condens ontstaan.
Plaats het apparaat op een stevige onder-
•
grond op ongeveer 0,5 tot 1 meter boven de
vloer. Gebruik het apparaat nooit direct op de
vloer. Houd het nooit schuin. Zorg ervoor dat
het apparaat niet kan omvallen.
Verzeker u ervan dat het oppervlak waarop u
•
het apparaat geïnstalleerd of neergezet hebt
bestand is tegen vocht.
Plaats de neveluitgang niet dicht bij meubels,
•
muren, ramen, televisietoestellen of andere
apparaten ie door vocht beschadigd kunnen
worden. Overmatig of onjuist gebruik van het
apparaat kan leiden tot een overmaat aan vo-
cht in de lucht, waardoor er water (condens)
kan neerslaan rond de luchtbevochtiger.
Gebruik het apparaat niet bij een relatieve lu-
•
chtvochtigheid van meer dan 55%. Controleer
regelmatig met een vochtmeter dat de rela-
tieve luchtvochtigheid van de omgeving deze
waarde niet overschrijdt. Een goede relatieve
luchtvochtigheid bedraagt ongeveer tussen de
40% en 60%.
De aanbevolen omgevingstemperatuur is 18-
•
22 ºC. Gebruik het apparaat in dit tempera-
tuurbereik. Onder deze temperatuur kan de
omgeving geen vocht meer opnemen en kan
er gemakkelijker condensvorming ontstaan.
Laat het apparaat niet onbeheerd achter wan-
•
neer het aanstaat.
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND AAN HET
GEBRUIK:
Controleer dat al het verpakkingsmateriaal van
•
het product verwijderd is.
WATER BIJVULLEN:
Het is noodzakelijk het reservoir met water te
•
vullen alvorens het apparaat aan te zetten.
Verwijder het waterreservoir. (Fig. 1)
•
Draai het veiligheidsdeksel (C) los. (Fig. 2)
•
Vul het reservoir met koud water. (Fig. 3)
•
Draai de veiligheidsdop (C) vast en controleer
•
dat hij stevig dicht zit. (Fig. 4)
Wanneer u een geurextract wilt gebruiken,
•
kunt u 3 tot 5 druppels in het daarvoor bestem-
de vak doen (G). Gebruik uitsluitend essentiële
oliën op waterbasis. (Fig. 5)
Draai het reservoir om en zet het zo op het on-
•
derstel dat goed past.
GEBRUIK:
Rol de kabel helemaal af alvorens de stekker
•
in het stopcontact te steken.
NL