LCD-monitor gebruiken
➤
Alleen M7LX: verbind evt. de bus C3 (11) van de aansluitkabel met de stekker van
de videobron 3 (bijv. achteruitrijcamera).
I
INSTRUCTIE
Let op het stroomverbruik van het videosysteem. De camera's zijn met verwar-
mingen uitgerust. Er kan maximaal een stroom van 1,5 A stromen (drie came-
ra's in de verwarmingsmodus). Gebruik bij de directe aansluiting op de accu
een scheidingsschakelaar. Hiermee kunt u het videosysteem gemakkelijk van
de accu scheiden als u het voertuig langere tijd niet gebruikt.
Aansluiting van een extra achteruitrijcamera (gebruik met aanhanger)
➤
M5L, M7L: verbind zo nodig de bus C3 (11) van de aansluitkabel met de stekker van
de extra achteruitrijcamera.
➤
M7LX: verbind zo nodig de bus C4 (12) van de aansluitkabel met de stekker van de
extra achteruitrijcamera.
8
LCD-monitor gebruiken
8.1
Monitor inschakelen
➤
Druk bij een uitgeschakelde monitor op de toets „P" (afb. 0 6, pagina 5) om de mo-
nitor in te schakelen.
✓
Het beeld verschijnt.
8.2
Monitor uitschakelen
➤
Druk op de toets „P" (afb. 0 6, pagina 5) om de monitor uit te schakelen.
✓
Het beeld verdwijnt.
8.3
Monitor instellen (afb. 0, pag. 5)
U kunt de monitor volgens uw wensen als volgt instellen:
➤
Druk op de toets „MENU" (3) om de gewenste parameters te selecteren.
✓
De instelbare parameters worden in de volgende volgorde weergegeven:
Pagina 1:
–
Helderheid („Brightness"): 0 – 60
–
Contrast („Contrast"): 0 – 60
–
Kleur („Colour"): 0 – 60
Pagina 2:
–
Taal („Language"): „Duits" of „Engels"
–
Resetten („Default"): fabrieksinstelling van alle parameters
–
Camera1/camera2 („Camera1/Camera2"): „Normaal" of „Gespiegeld"
–
M7LX: Camera3 („Camera3"): „Normaal" of „Gespiegeld"
–
M7LX: Afstand („Distance"): afstandsmarkeringen („Afstandsmarkeringen in-
stellen (M7LX) (afb. 0, pag. 5)" op pagina 98)
➤
Druk op de toets „–" (4) of de toets „+" (5) om de gewenste parameter in te stellen.
➤
Druk op de toets „–" (4) om de waarde van de gekozen parameter te verlagen.
96
PerfectView M5L, M7L, M7LX
NL