Koelkast aansluiten
De indeling van de aansluitkabel is als volgt:
• Groen en geel: Massakabel (afb. a 1, pagina 5)
• Blauw: Nulleider (afb. a 2, pagina 5)
• Bruin: Fase (afb. a 3, pagina 5)
8.4
Op de gastoevoer aansluiten
A
LET OP!
• Het product mag alleen door een vakman volgens de geldende
voorschriften en normen op de gasvoorziening worden aangeslo-
ten.
• Gebruik uitsluitend propaan- of butaangasflessen (geen aardgas)
met gekeurde regelaar. Vergelijk de druk op het typeplaatje met de
druk op de propaan- of butaangasfles.
• Het product mag alleen met de op het typeplaatje aangegeven
druk worden gebruikt.
• Neem a.u.b. de in uw land toegestane drukken in acht. Gebruik een
vast ingestelde DIN-DVGW-erkende drukregelaar conform
DIN EN 12864.
• Neem de normen EN 732 en EN 1949 in acht.
De koelkast moet door een afsluitinrichting in de gasleiding afzonderlijk kunnen wor-
den afgesloten. De afsluitinrichting moet goed toegankelijk zijn.
➤ Verbind de koelkast conform afb. b, pagina 5 met de gastoevoer, vast en span-
ningsvrij.
Gebruik een snijringkoppeling conform EN 1949.
Een slangaansluiting van rubber is niet toegestaan.
➤ Zorg ervoor of alle gasleidingen door een geregistreerde gasinstallateur worden
gecontroleerd.
60
RM122, RM123
NL