3. INBEDRIJFSTELLING
Steek de stekker van de stroomkabel in het daarvoor bestemde stopcontact.
VERTY NOVA 200 – VERTY NOVA 400
Automatische werking (A):
De geïntegreerde vlotterschakelaar schakelt de pomp automatisch in en uit, wanneer de wijzer (2) op "A" staat (afb. A).
Handbediening (M):
Om de pomp in werking te stellen dient u de keuzeknop (3) op te lichten en de wijzer (2) op "M" te zetten (afb. A).
In dit geval zuigt de pomp tot 2-3 mm aan.
Om te controleren of de vlotter correct werkt en goed schoon is dient u de sluitkap (1) te openen door de keuzeknop
op "O" te zetten (afb. A-B).
4. RAADGEVINGEN VOOR HETGEBRUIK
Voor het correct functioneren van de pomp dienen onderstaande regels bij gebruik daarvan in acht genomen te
worden:
• De pomp mag niet droog draaien.
• Laat de pomp niet draaien wanneer de persleiding verstopt is.
• De pomp mag alleen gebruikt worden wanneer deze zich in het water bevindt. Indien er geen water meer is, dient
de pomp onmiddellijk uitgeschakeld te worden door de stekker uit het stopcontact te halen.
• Het is raadzaam zeer goed op te letten wanneer de pomp handmatig wordt bediend.
• De pomp moet stabiel staan in een opvangputje of in ieder geval op het laagste punt van de ruimte van installa-
tie.
• Als afmetingen voor het putje raden we aan:
- 20 cm x 20 cm voor de modellen VERTY NOVA 200-VERTY NOVA 400.
• De pomp mag onder geen beding aan bevriezing worden blootgesteld. Bij temperaturen onder het vriespunt
dient de pomp uit de te verpompen vloeistof gehaald te worden, geleegd te worden en op een vorstvrije plaats
opgeslagen te worden.
• Om te voorkomen dat er verstoppingen in de aanzuiging ontstaan, is het raadzaam op gezette tijden te contro-
leren of er zich geen vuil in het putje opgehoopt heeft (bladeren, zand, etc.).
Oververhittingsbeveiliging
De pomp is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging. In geval van eventuele oververhitting van de motor, on-
derbreekt de motorbeveiliging automatisch de pomp. De voor afkoeling benodigde tijd bedraagt ongeveer 15-20
min. waarna de pomp automatisch weer gaat draaien. Na inwerkingtreding van de motorbeveiliging is het absoluut
noodzakelijk de oorzaak hiervan op te sporen en weg te nemen. Raadpleeg Opsporen van storingen.
5. OPSPOREN VAN STORINGEN
Voordat u met het opsporen van de storing gaat beginnen, dient u de stroomvoorziening van de
pomp te onderbreken (haal de stekker uit het stopcontact). Als de stroomkabel of een elektrisch
onderdeel van de pomp beschadigd is, mag, om elk risico te voorkomen, alleen de fabrikant of
diens technische servicedienst of iemand met gelijke bevoegdheid zich met de reparatie-of vervanging-
swerkzaamheden belasten.
14
NEDERLANDS