Vasthaken of klemraken leidt tot abrupte stilstand van het
ronddraaiende inzetgereedschap, waardoor een
onvoldoende onder controle gehouden elektrisch
gereedschap op de plaats van het vastklemmen
eigenmachtig tegen de draairichting van het
inzetgereedschap in wordt geforceerd.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf zich vasthaakt of klem raakt
in het werkstuk, kan de rand van de slijpschijf die in het
werkstuk invalt zich vastzetten in het materiaaloppervlak,
waardoor de slijpschijf kan opspringen of terugslaan.
De slijpschijf kan naar de bediener toe of van de bediener
weg springen, afhankelijk van de draairichting van de schijf
op de plaats van het klemraken. Slijpschijven kunnen onder
deze omstandigheden ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik of onjuiste
g e b r u i k s o m s t a n d i g h e d e n v a n h e t e l e k t r i s c h e
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
Houd het elektrische gereedschap stevig vast en breng
uw lichaam en uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de
extra handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke
controle te hebben over terugslagkrachten of
reactiemomenten bij het opstarten van het gereedschap.
De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de
terugslag- en reactiekrachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt van het draaiende
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan in geval
van terugslag uw hand raken.
Vermijd met uw lichaam het gebied waar het
elektrische gereedschap bij een terugslag naartoe zou
kunnen schieten. De terugslag drijft het elektrische
gereedschap in de richting die tegengesteld is aan de
beweging van de slijpschijf op de plaats van het vasthaken.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat het inzetgereedschap
terugspringt of klem raakt. Het ronddraaiende
inzetgereedschap kan bij hoeken, scherpe randen of door
een terugspringende beweging gemakkelijk vasthaken en
daardoor verlies van controle of terugslag veroorzaken.
Gebruik geen kettingblad, zaagblad voor houtsnijwerk
of getand zaagblad. Zulke inzetgereedschappen
veroorzaken vaak terugslag of verlies van controle over het
elektrische gereedschap.
1.3. Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
De beschermkap moet stevig op het elektrische
gereedschap worden bevestigd en worden ingesteld
voor maximale veiligheid, zodat een zo klein mogelijk
gedeelte van de slijpschijf blootligt in de richting van
de bediener. De beschermkap helpt de bediener te
beschermen tegen afgebroken stukken en toevallig contact
met het slijptoebehoren.
NETHERLAND
Gebruik uitsluitend het voor het elektrische
gereedschap toegestane slijptoebehoren en de voor
dit slijptoebehoren voorziene beschermkap.
Slijptoebehoren dat niet voor het elektrische gereedschap
is voorzien, kan niet voldoende worden afgeschermd en is
niet veilig.
Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
aanbevolen toepassingen. Bijvoorbeeld: slijp nooit met
het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bestemd voor het slijpen met de buitenste rand. Zijwaartse
krachtinwerkingen op dit soort schijven kunnen deze doen
breken.
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste
maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen ondersteunen de slijpschijf en
verminderen zo het gevaar van een slijpschijfbreuk.
Flenzen voor doorslijpschijven kunnen verschillen van de
flenzen voor andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere
elektrische gereedschappen. Slijpschijven bestemd voor
grotere elektrische gereedschappen zijn niet voorzien op
de hogere toerentallen van kleinere elektrische
gereedschappen en kunnen daardoor breken.
1.4. Overige bijzondere waarschuwingen voor
doorslijpwerkzaamheden
Voorkom het vastlopen van de doorslijpschijf en oefen
geen te hoge druk uit op de schijf. Slijp niet overmatig
diep. Teveel druk op de schijf verhoogt de belasting en de
kans op verdraaiing of het klem raken van de schijf in de
groef en daardoor de mogelijkheid van een terugslag of
breuk van het slijptoebehoren.
Vermijd de omgeving voor en achter de ronddraaiende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u weg beweegt, kan in het geval van een
terugslag het elektrische gereedschap met de draaiende
schijf rechtstreeks naar u toe worden geslingerd.
Wanneer de doorslijpschijf is klemgeraakt of het
doorslijpen om welke reden dan ook wordt
o n d e r b r o k e n , s c h a k e l d a n h e t e l e k t r i s c h e
gereedschap uit en houd het vast tot de schijf tot
stilstand is gekomen. Probeer nooit de nog draaiende
doorslijpschijf uit de groef te trekken, vanwege het gevaar
voor terugslag. Stel de oorzaak van het klemraken of
onderbreken vast en maak deze ongedaan.
Start de doorslijpschijf niet opnieuw zolang deze zich
in het werkstuk bevindt. Laat de schijf eerst op volle
toeren komen en breng dan de schijf weer voorzichtig in de
groef om verder te slijpen. Zoniet kan de schijf vastlopen, uit
het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken.
Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico
van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf
te verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide
zijden worden ondersteund, vlakbij de slijpgroef en aan de
rand.
11