54 | Nederlands
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅲ
op het plafond levert de daadwerkelijke afwijking van het
meetgereedschap van de verticale lijn op.
De maximale toegestane afwijking berekent u als volgt:
dubbele afstand tussen vloer en plafond × 0,6 mm/m.
Voorbeeld: bij een afstand tussen vloer en plafond van 5 m
mag de maximale afwijking
2 × 5 m × ± 0,6 mm/m = ± 6 mm bedragen. De punten Ⅰ en
Ⅲ mogen dus maximaal 6 mm uit elkaar liggen.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Gebruik voor het markeren altijd alleen het midden
u
van het laserpunt of de laserlijn. De grootte van het la-
serpunt of de breedte van de laserlijn veranderen met de
afstand.
Werkzaamheden met het laserrichtbord
Het laserrichtbord (19) verbetert de zichtbaarheid van de la-
serstraal onder ongunstige omstandigheden en over grotere
afstanden.
De reflecterende helft van het laserrichtbord (19) verbetert
de zichtbaarheid van de laserlijn, door de transparante helft
is de laserlijn ook aan de achterzijde van het laserrichtbord
te zien.
Werkzaamheden met de meetplaat (accessoire)
(zie afbeeldingen G–H)
Met behulp van de meetplaat (21) kunt u de lasermarkering
op de vloer resp. de laserhoogte op een muur overbrengen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de verplaatsing
ten opzichte van de gewenste hoogte meten en op een ande-
re plaats aantekenen. Daarmee vervalt het nauwkeurig in-
stellen van het meetgereedschap op de over te brengen
hoogte.
De meetplaat (21) heeft een reflecterende laag die de zicht-
baarheid van de laserstraal op grote afstand resp. bij fel zon-
licht verbetert. De helderheidsversterking is alleen zichtbaar
als u parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt.
Werken met het statief (accessoire)
Een statief biedt een stabiele, in hoogte instelbare meeton-
dergrond. Plaats het meetgereedschap met de 1/4"-statief-
opname (6) op de schroefdraad van het statief (22) of van
een gangbaar fotostatief. Voor de bevestiging op een gang-
baar bouwstatief de 5/8"-statiefopname (9) gebruiken.
Schroef het meetgereedschap met de vastzetschroef van het
statief vast.
Stel het statief grof af voordat u het meetgereedschap in-
schakelt.
Werken met de laserontvanger (accessoire)
(zie afbeelding E)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (lichte omgeving, direc-
te zoninstraling) en op grotere afstanden kunt u de laseront-
vanger (24) gebruiken om de laserlijnen beter te kunnen vin-
den. Bij het werken met de laserontvanger de ontvangermo-
dus inschakelen (zie „Ontvangermodus", Pagina 51).
1 609 92A 4HM | (19.11.2018)
Laserbril (accessoire)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het
licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
u
dient voor het beter herkennen van de laserstraal; deze
beschermt echter niet tegen de laserstraling.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril of in het ver-
u
keer. De laserbril biedt geen volledige UV-bescherming
en vermindert het waarnemen van kleuren.
Gebruiksvoorbeelden (zie afbeeldingen A–F)
Voorbeelden van toepassingsmogelijkheden van het meetge-
reedschap vindt u op de pagina's met afbeeldingen.
Plaats het meetgereedschap altijd zo dicht mogelijk bij het
vlak of langs de rand die moet worden gecontroleerd en laat
het zich voor elke meting nivelleren.
Meet de afstanden tussen de laserstraal en een oppervlak of
rand altijd aan twee zo ver mogelijk uit elkaar liggende pun-
ten.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloei-
stoffen.
Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en
let daarbij op pluizen.
Bewaar en transporteer het meetgereedschap alleen in de
koffer (27).
Verstuur het meetgereedschap bij reparaties in de kof-
fer (27).
Klantenservice en gebruiksadvies
Onze klantenservice beantwoordt uw vragen over reparatie
en onderhoud van uw product en over vervangingsonderde-
len. Explosietekeningen en informatie over vervangingson-
derdelen vindt u ook op: www.bosch-pt.com
Het Bosch-gebruiksadviesteam helpt u graag bij vragen over
onze producten en accessoires.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderde-
len altijd het uit tien cijfers bestaande productnummer vol-
gens het typeplaatje van het product.
Nederland
Tel.: (076) 579 54 54
Fax: (076) 579 54 94
E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com
België
Tel.: (02) 588 0589
Fax: (02) 588 0595
E-mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com
Bosch Power Tools