OBJ_BUCH-2825-002.book Page 44 Wednesday, August 24, 2016 4:01 PM
44 | Nederlands
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meet-
gereedschap. Na sterke externe inwerkingen op het meet-
gereedschap dient u, voordat u de werkzaamheden voort-
zet, altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren (zie
„Nivelleernauwkeurigheid").
Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-
plaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de pende-
leenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 2 in de stand „
den zonder automatisch waterpassen) of in de stand „
(voor werkzaamheden met automatisch waterpassen). On-
middellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap la-
serlijnen uit de laserstraalopeningen 1.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, duwt u de
aan/uit-schakelaar 2 in de stand „Off". Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane bedrijfs-
temperatuur van 50 °C vindt uitschakeling plaats om de laser-
diode te beschermen. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Automatische uitschakeling
Als er gedurende ca. 120 minuten geen toets op het meetge-
reedschap wordt ingedrukt, wordt het meetgereedschap au-
tomatisch uitgeschakeld om de batterijen te ontzien.
– Om het meetgereedschap na de automatische uitschake-
ling weer in te schakelen, kunt u ofwel de aan/uit-schake-
laar 2 eerst in stand „
" schuiven en het meetgereed-
schap dan weer inschakelen, of u drukt op de toets 5 of op
de toets 6.
Automatische uitschakeling deactiveren:
– Om de automatische uitschakeling te deactiveren, houdt u
de toets 5 ten minste 3 seconden lang ingedrukt, terwijl
het meetgereedschap ingeschakeld is. Als de automati-
sche uitschakeling is gedeactiveerd, knipperen de laserlij-
nen kort ter bevestiging.
Opmerking: Als de werktemperatuur boven 45 °C komt, dan
kan de automatische uitschakeling niet meer worden gedeac-
tiveerd.
Automatische uitschakeling activeren:
– Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, scha-
kelt u het meetgereedschap uit en weer in.
Modi (zie afbeeldingen A – C)
Het meetgereedschap beschikt over drie modi waartussen u
altijd kunt wisselen:
– Horizontale modus „–": produceert een horizontale laser-
lijn
1 609 92A 3G0 | (24.8.16)
– Verticale modus „l": produceert een verticale laserlijn
– Kruislijnmodus „–" en „l": produceert een horizontale en
een verticale laserlijn.
Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
kruislijnmodus. Om de modus te wisselen, schakelt u de hori-
zontale of verticale laserlijn met de toetsen 5 of 6 uit.
Alle drie functies kunt u met of zonder automatisch nivelleren
kiezen.
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 20 of het statief 15.
Na het inschakelen worden door het automatisch nivelleren
oneffenheden binnen het zelfnivelleerbereik van ±4° automa-
tisch gecompenseerd. Het nivelleren is afgesloten zodra de
on" (voor werkzaamhe-
laserlijnen niet meer bewegen.
on"
Als de automatische nivellering niet mogelijk is, bijv. omdat
het standvlak van het meetgereedschap meer dan 4° van de
horizontale lijn afwijkt, beginnen de laserlijnen snel te knippe-
ren.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na opnieuw nivelleren de stand van de hori-
zontale en verticale laserlijn in relatie tot de referentiepunten
om fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Schuif voor werken zonder automatische nivellering de
aan/uit-schakelaar 2 in stand „
tomatische nivellering knipperen de laserlijnen langzaam.
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. In de snijlijnfunctie verlopen de twee la-
serlijnen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke invloe-
den (zoals bijv. val of heftige stoten) tot afwijkingen leiden.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens voor-
dat u begint te werken.
Controleer altijd eerst de hoogte- en nivelleernauwkeurigheid
van de horizontale laserlijn en vervolgens de nivelleernauw-
keurigheid van de verticale laserlijn.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
on". Bij uitgeschakelde au-
Bosch Power Tools