Solderen en soldeerruimen
Behandeling van de soldeerpunten
•
soldeerpunt met soldeersel nat maken. Dit verwijdert
•
er altijd op letten dat de soldeerpunt goed vertind is.
Geen te agressieve vloeimiddelen gebruiken.
•
•
Stel de werktemperatuur zo laag mogelijk in.
•
Kies de voor de toepassing grootst mogelijke soldeerpunt-
•
vorm
•
en soldeerplaats door de soldeerpunt goed te vertinnen.
Foutmeldingen en verhelpen van fouten
Melding/symptoom
•
•
•
•
•
display
•
•
gebruikelijk
Instellingswijzigingen niet
•
mogelijk
•
•
•
•
•
•
•
•
Parameter versteld
•
Station vergrendeld
•
•
•
•
verlaging bij niet-gebruik.
Gebruik de punt met soldeersol voor u de soldeerbout voor
•
langere tijd neerlegt.
•
soldeerpunt.
•
•
Aanwijzing
De regelapparaten werden voor een gemiddelde solde-
erpuntgrootte gejusteerd. Afwijkingen door een
puntwissel of het gebruik van andere puntvormen
kunnen ontstaan.
Maatregelen om het probleem te ver-
helpen
•
toestel controleren
Aangesloten werktuig controleren
•
•
Netspanning controleren.
•
Toestelzekering controleren.
•
•
Bout bewegen
•
•
•
vervangen
•
Station ontgrendelen
•
Netvoeding controleren
•
•
•
NL
-
-
51