5.
Druk de grendels naar binnen tot ze vastklikken (afb. B).
6.
Plaats de pulpkom over de rechterrand van het deksel en druk de onderkant naar binnen
(afb. C).
7.
Plaats de duwer in de buis.
UW SAPCENTRIFUGE GEBRUIKEN
1.
Controleer dat het apparaat is uitgeschakeld (O).
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
3.
Zet een beker onder de schenktuit om het sap op te vangen.
4.
Schakel uw sapcentrifuge in (I).
5.
Verwijder de duwer en laat de ingrediënten door de tube vallen.
6.
Plaats de duwer weer en gebruik hem om de ingrediënten zachtjes door de tube te duwen.
7.
Schakel uw sapcentrifuge uit als u klaar bent (O).
Om oververhitting te voorkomen, dient u de motor niet langer dan 2 minuten onafgebroken te
laten draaien. Zet het apparaat na 2minuten minstens 2 minuten uit om de motor te laten
afkoelen.
TIPS
•
Koop zoveel mogelijk organisch geplante groenten en fruit om de inname van insecticide-
en meststofresten tot een minimum te herleiden.
•
Gebruik verse en rijpe groenten en fruit van hoge kwaliteit. Zachte groenten of overrijp
fruit kunnen het sap dik en troebel maken met een eigenaardige smaak.
•
Was alle groenten en fruit. Gebruik een borstel op hardere groenten en fruit. Verwijder de
buitenste bladeren op niet organische groenten en fruit. Schil alle niet-organische of
wassen groenten of fruit. Verwijder eventuele plekken met een mes want deze kunnen de
smaak van het sap beïnvloeden.
•
Maak geen sap van te sterke of scherpe ingrediënten, zoals uien of knoflook. U raakt deze
smaak nooit meer kwijt, ongeacht hoe vaak u de fruitpers schoonmaakt.
•
Hak groenten en fruit zodat ze door de vultrechter passen. Gebruik de duwer om alles wat
plakt te verwijderen, om de laatste fruitresten neerwaarts te duwen en om wortels,
selderie en andere lange groenten en fruit neer te duwen.
•
Rol bladgroenten, peterselie, grassen en sojascheuten in een kleine bal en duw deze
doorheen de vultrechter met de duwer.
WAARSCHUWING!
MAG DEZE NIET GEBRUIKEN VOOR SAP OF OPETEN.
STENGELS EN BLADEREN
Verwijder stengels, stelen, bladeren en varens.
PITTEN
Verwijder pitten, perzikpitten en andere grote zaden. Meloenzaden, granaatappelzaden en
kleine zaden in frambozen, kiwi's en aardbeien moeten niet verwijderd worden.
BANANEN
Probeer nooit bananen te persen – de resten zullen de rasp blokkeren.
SINAASAPPELEN, GRAPEFRUIT EN MANDARIJNTJES
Schil sinaasappelen, grapefruit en mandarijntjes.
ANANAS
Verwijder de bovenkant, onderkant en schil van de ananas.
GRANAATAPPELS
Verwijder het wit en de velletjes.
WATERMELOEN
De watermeloenschil hoeft niet verwijderd te worden, maar sommige mensen vinden ze nogal
"groen" smaken. Probeer het eerst zelf uit. Als u de schil verwijdert, mist u heel veel nutriënten.
RABARBERBLADEREN ZIJN GIFTIG, ZE BEVATTEN OXAALZUUR – U
16