•
Verwijder de sluitring (4) en het zaagblad.
Reinig het zaagblad of vervang deze door een
nieuw exemplaar. Zorg ervoor dat de richting
van de pijl op het zaagblad, die de
draairichting aangeeft, overeenkomt met de
richting van de pijl op de beschermkap.
•
Breng het zaagblad weer op de as aan.
•
Laat de borgknop (1) los zodat de
beschermkap het zaagblad weer afdekt.
•
Druk de spindelvergrendeling in. Breng de
sluitring weer aan en draai de moerbout stevig
vast.
De accu plaatsen en verwijderen
Afb. G
•
Plaats de accu in het voetstuk van de oplader,
zoals te zien is op de afbeelding. Druk de accu
aan tot deze vast klikt.
•
Druk op de vergrendeling (17) aan beide
zijden voordat u de accu kunt verwijderen en
verwijder de accu uit de bodem van het
apparaat.
Gebruik alleen de volgende accu's. Het
gebruik van een andere accu kan leiden
tot ernstige verwondingen of
beschadiging van de machine.
CDA1051: FPB-1800L, 18V Lithium-Ion.
CDA1053: FPB-1800N, 18V NiMH.
De volgende opladers kunnen worden gebruikt om
deze accu's op te laden.
CDA1052: FPL-1800 (Lithium-ion en NiMH).
CDA1054: FPL-1800N (alleen NiMH).
4. GEBRUIK
Draag een veiligheidsbril en
gehoorbescherming.
In- en uitschakelen
•
Deze machine is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar.
•
Start de machine door op de ontgrendelknop
(15) te drukken (om de schakelaar te
ontkoppelen) en
•
schakel de machine in.
•
Laat de (aan/uit) schakelaar los om de
machine uit te schakelen.
Ferm
Bediening
•
Zet het werkstuk vast met klemmen of een
bankschroef, zo heeft u beide handen vrij om
de zaag te bedienen.
•
Schakel de zaag in en plaats de basisplaat op
het werkstuk.
•
Beweeg de zaag in de richting van de eerder
gemarkeerde zaaglijn en druk het
gereedschap langzaam naar voren.
•
Druk de basisplaat stevig op het werkstuk
omdat anders de cirkelzaag kan gaan trillen,
met als gevolg dat het zaagblad makkelijker
zou kunnen breken.
Laat de zaag het werk doen. Oefen geen
onnodige kracht uit op de cirkelzaag. Als
het zaagblad in het werkstuk vastloopt,
zal de machine automatisch
uitschakelen.
Laserstraal
Het gebruik van de laserstraal
Met behulp van de laserstraal wordt het zagen van
rechte lijnen veel makkelijker:
a) langs een getrokken lijn, of
b) door deze op een op het werkstuk gemarkeerd
vast punt te richten.
Druk op de laser aan/uit knop (8) om de laser in of
uit te schakelen.
Instellen van de laserstraal
•
Transport en/of intens gebruik van het
apparaat kan de nauwkeurigheid van de laser
beïnvloeden.
•
De laserstraal kan gemakkelijk ingesteld
worden.
•
Houd het zaagblad van de cirkelzaag tegen
een waterpas of een 100% rechte lat.
•
Schakel de laser in.
•
Controleer of de laserstraal parallel loopt met
de rand van de waterpas of de lat.
•
Als dat niet het geval is, voer dan de volgende
handelingen uit:
•
Houd het zaagblad van de cirkelzaag tegen
een waterpas of een 100% rechte lat.
•
Corrigeer de laserstraal middels de schroeven
aan de zijkant van de laser zodanig dat de
laserstraal parallel loopt met de rand van de
waterpas of de lat.
NL
17