5. Bediening
Met behulp van de kleine magneetsleutel kunnen alle functies van het urinoir een-
voudig worden geselecteerd, door deze voor het rechter sensoroog van de bestu-
ring te houden. Als de magneetsleutel de eerste keer wordt gedetecteerd, start de
besturing met een ca. 3 sec. lange activeringsfase, waarvoor korte, snel op elkaar
volgende geluidssignalen worden gebruikt. Daarna vindt de eigenlijke selectie van
de service- en spoelprogramma's, systeemdiagnose en parametrering plaats. Wordt
de magneetsleutel na een bepaald aantal geluidssignalen verwijderd, dan wordt een
bepaald programma gestart of kunnen parameters worden gewijzigd (zie daarvoor
ook de grafische weergave op pagina 2 en paragraaf 5.2, 5.3, 5.4 en 6.1).
5.1 Inbedrijfstelling
Laat de stickers op de sensorzitten zitten totdat de installatie van het urinoir hele-
maal is voltooid.
Een inbedrijfstellingsmodus is vanaf de inbedrijfstelling gedurende 5 minuten actief.
Tijdens de inbedrijfstellingsmodus worden herkende objecten akoestisch weergege-
ven.
Zodra de stickers worden verwijderd, moet de besturing door een objectherkenning
worden geactiveerd. Houd daarvoor uw hand voor de sensorogen totdat een geluids-
signaal de activering bevestigt. Verlaat nu het ontvangstbereik. In de volgende ca. 12
sec. vindt een automatische sensorkalibratie plaats, waarvoor akoestische geluids-
signalen worden gebruikt. In deze tijd mogen zich geen personen of voorwerpen in
het ontvangstbereik bevinden. Na afloop van de kalibratie vindt ter bevestiging een
hoofdspoeling plaats. Het urinoir is dan klaar voor gebruik.
54