Gescheurde zaagbladen of welke van vorm veranderd zijn, mogen
niet gebruikt worden. Gebruik geen zaagbladen die beschadigd of
vervormd zijn.
Het zaagblad afvoeren als het beschadigd, vervormd, verdraaid of
gescheurd is, repareren is niet toegestaan.
Gebruik geen zaagbladen van sneldraaistaal.
Controleer dat het zaagblad correct is aangebracht, draai de moer
van de opspandoorn goed vast voor gebruik (aandraaimoment ca.
12 Nm).
Bevestigingsschroeven en -moeren moeten met de juiste sleutels
worden vastgedraaid.
Het is niet toegestaan de spreider met een hamer strakker of losser
in te stellen.
Zorg dat het zaagblad en de ensen schoon zijn en de verzonken
kanten van het halsstuk tegen het zaagblad ligt.
Controleer dat de bladen in de juiste richting draaien.
Voor begin van de werkzaamheden een proefsnede maken zonder
dat de motor aanstaat, zodat de positie van het zaagblad, de bedie-
ning van de beschermkappen in combinatie met de machineonder-
delen en het werkstuk kan worden gecontroleerd.
Laat de machine nooit onbeheerd achter.
Breng geen smeersto en aan op de bladen terwijl de machine
draait.
Voer nooit reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uit als de
machine nog draait en de kop niet in rustpositie is.
Probeer de draaiende machine nooit te stoppen door snel een stuk
gereedschap of ander voorwerk tegen het zaagblad aan te drukken.
Dit kan ernstige ongelukken tot gevolg hebben.
Koppel de zaag los van de stroomvoorziening of verwijder de accu
voor de bladen worden vervangen of onderhoud wordt uitgevoerd.
Ben voorzichtig tijdens het verpakken en uitpakken van het blad,
door de scherpe zaagtanden kan men snel gewond raken.
Gebruik een zaagbladhouder of draag handschoenen bij het
hanteren van een zaagblad.
Bewaar het zaagblad in de originele verpakking of een andere
passende verpakking, in droge omstandigheden en buiten bereik
van chemicaliën die het blad kunnen beschadigen bewaren.
VERDERE VEILIGHEIDS EN WERKINSTRUCTIES
Het werkstuk altijd goed en veilig vastklemmen.
Waarborg dat de machine altijd veilig staat (bijv. op de werkbank
bevestigen)..
Draag oorbeschermers. Lawaai kan gehoorverlies veroorzaken.
Bij werkzaamheden met de machine dient u altijd een veiligheids-
bril te dragen. Het wordt aangeraden handschoenen te dragen
bij het hanteren van zaagblad en taai materiaal, net als stevige
schoenen met antislipzolen om de voeten te beschermen tegen
stukken die van het werkstuk afvallen.
Verwijder de stekker altijd uit het stopcontact voor u het product
wijzigt, smeert of onderhoud uitvoert.
Machine alleen uitgeschakeld aan het net aansluiten.
Nooit in het deel in de buurt van het zaagblad grijpen, tenzij dit
volledig tot stilstand is gekomen.
Controleer het gereedschap voor gebruik grondig op schade of
materiaalmoeheid. Beschadigde onderdelen mogen alleen worden
gerepareerd door en vakman.
Bescherminrichting van de machine beslist gebruiken. Gebruik
de machine niet als de beschermkappen ontbreken of niet goed
werken.
De onderste beschermkap van het zaagblad mag alleen openen
wanneer het zaagblad naar het werkstuk wordt geschoven en moet
altijd vrij kunnen bewegen en automatisch kunnen sluiten..
Plaats en gebruik altijd verlengingen om het werkstuk tijdens het
gebruik te ondersteunen.
De zaag of zijn functie nooit wijzigen of aanpassen. Uw veiligheid
kan in het geding komen.
Gebruik geen zaagbladen die gescheurd, beschadigd of vervormd
zijn.
Gebruik geen zaagbladen van sneldraaistaal.
Gebruik alleen scherpe zaagbladen. Vervang botte zaagbladen
met nieuwe.
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat en vorm van het
opnameboorgat.
Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de zaagmachine pas-
sen, lopen niet rond en leiden tot het verliezen van de controle.
Gebruik alleen houtbewerkingsbladen aangegeven in deze handle-
iding die voldoen aan EN 847-1.
Om het zaagblad vast te zetten alleen de meegeleverde ensen,
sluitringen en moeren gebruiken, of die in de instructiehandleiding
staan beschreven.
Kies een geschikt zaagblad voor het te zagen materiaal. Gebruik
het product alleen om materialen te zagen die in deze handleiding
staan beschreven onder beoogd gebruik.
Zorg dat het zaagblad niet oververhit raakt en voorkom dat plastic
werkstukken smelten bij het zagen.
Zorg dat het op het zaagblad aangegeven toerental niet wordt
overschreden. Gebruik alleen zaagbladen met een toelaatbaar
toerental dat minstens even hoog is als het maximale toerental dat
op het gereedschap is aangegeven.
Tafelinleg vervangen als deze is beschadigd of versleten.
Voor begin van de werkzaamheden een proefsnede maken zonder
dat de motor aanstaat, zodat de positie van het zaagblad, de bedi-
ening van de beschermkappen in combinatie met de machineon-
derdelen en het werkstuk kan worden gecontroleerd.
Stel de verschuifbare geleider af bij het maken van een verstek,
afschuining of samengesteld verstek om de juiste vrije spleet voor
het zaagblad te garanderen.
De vergrendelbeugel moet altijd geplaatst zijn wanneer het
product wordt getransporteerd.
Houd de vloer vrij van materiaalresten bijv. spaanders en
zaagresten.
Verwijder geen zaagresten of andere delen van werkstukken uit
het zaagbereik wanneer de machine in bedrijf is en de zaagkop niet
in de ruststand staat.
Lange werkstukken moeten goed gesteund worden.Het werkge-
bied van de zaag omvat de gehele lengte van het werkstuk. De
gebruiker moet zorgen dat andere personen of objecten niet onbe-
doeld het werkgebied kunnen betreden waardoor het werkstuk
kan worden verschoven tijdens de werkzaamheden.
Stof die vrijkomt tijdens het werken vormt vaak een gevaar voor
de gezondheid en mag niet met het lichaam in aanraking komen.
Machines met stofafzuiging gebruiken en tevens geschikte
stofmaskers dragen. Vrijgekomen stof grondig verwijderen resp.
opzuigen.
Nederlands
67
Ned