NL
3
Gebruik
3.1 De batterij opladen
Voor het eerste gebruik moet de batterij van de tondeuse ongeveer 16 uur opladen.
Laad de tondeuse minstens eenmaal op tijdens het jaar van levering.
De batterij haalt haar volle vermogen na 3 of 4 laad-ontlaadcycli en haar oplaadtijd
bedraagt in dat geval ongeveer 2 uur.
Uitsluitend het voedingsblok met referentie HX-G35045100 gebruiken
(zie Fig. 1-E en § 5).
Het is raadzaam om de tondeuse tijdens het opladen uit te schakelen
(aan-uitknop op 0, Fig. 1-B).
De tondeuse opladen via de laadsokkel
Steek de voedingskabel in het contact van de laadsokkel (Fig. 3).
Steek het voedingsblok (Fig. 1-E) in het stopcontact.
Plaats de tondeuse op de laadsokkel. Het controlelampje (Fig. 1-D) gaat
branden.
De aanbevolen oplaadtijd (ongeveer 2 uur) naleven. Het controlelampje blijft
branden zolang de tondeuse op de sokkel is geplaatst.
3.2 Werking
Breng bij het eerste gebruik een druppeltje olie aan op de aangeduide punten van
het snijmesje (Fig. 5b).
Aan- en uitschakelen
De tondeuse inschakelen (aan-uitknop op 1 (Fig. 1-B).
Om de tondeuse uit te schakelen, de aan-uitknop op 0 plaatsen (Fig. 1-B).
Autonomie
Bij een nieuwe en volledig opgeladen batterij kan de tondeuse gedurende
ongeveer 50 minuten worden gebruikt.
De tondeuse laden wanneer het motortoerental verlaagt (zie § 3.1).
72