Max. aantal
binnen-
Type kabel
toestellen
per
stamleiding
2Voice /
HVV05-F
128
van 1 mm
2
Cat5 /
telefoonkabel
64
Ø 0,6 mm
Draad van
32
1 mm
2
(*) De overige toestellen moeten worden gevoed door
lokale voedingseenheden Ref. 1083/24
Het
is
mogelijk
toestellen voor oproepdoorschakeling (zonder
voedingseenheid) te berekenen dat in het
systeem kan worden aangebracht, als u het
gewenste type en het aantal te gebruiken
binnentoestellen weet:
1. In geval van een systeem met 2Voice-kabel
of HVV05-F-kabel 1 mm
1 mm
2
CFSAmax = [127 – PI1 – (2*PI2) – CF] / 8
2. In geval van een systeem met Cat5-kabel of
telefoonkabel met Ø 0,6 mm
CFSAmax = [127 – PI1 – (2*PI2) – CF] / 30
Waarbij:
CFSA: het resultaat is dat het maximum aantal
(naar beneden afgerond) toestellen voor
oproepdoorschakeling aangeeft, dat
zonder voedingseenheid kan worden
gevoed door de BUS van het systeem.
PI1:
Aantal
beeldintercoms)
beeldintercoms mod. Aiko/Folio in het
systeem.
PI2:
Aantal binnentoestellen (beeldintercoms
54
Max. aant.
Aantal
toestellen voor
beeldintercoms/
oproepdoor-
intercoms mod.
schakeling die
Miro met toestel
gevoed kunnen
voor oproepdoor-
wordendoor de
schakeling
BUS van het
systeem (*)
≤12
13÷19
20÷23
24÷27
28÷31
32÷35
36÷39
40÷43
44÷47
48÷51
52÷55
56÷59
60÷63
≤18
19÷32
≤12
13÷16
om
het
exacte
of enkele kabel van
2
binnentoestellen
(intercoms/
mod.
Miro
CF:
6. Klemmen LINE IN, LINE OUT: aansluiting op
de BUS van het systeem.
7. Jumper Z: instelling van de lijnafsluiting.
alle
Het is noodzakelijk om de lijnafsluiting op het
11
toestel te activeren dat aan het einde van de lijn
10
is aangesloten die niet opnieuw start met een
9
nieuwe LINE OUT klemmenreeks.
8
7
6
5
4
3
2
1
0
8. Dipswitch CODE: Defi nieert het
3
appartementnummer in de stamleiding
•
nr.1: niet verplaatsen, blijft op OFF (indien
deze op ON en daarna op OFF wordt
2
verplaatst, wordt het adres van de stamleiding
teruggezet op de defaultwaarde);
•
Nr. 2 t/m 8: defi nieert het appartementnummer
alle
in de stamleiding.
Raadpleeg voor de instellingen van de
11
dipswitches nr. 2 t/m 8 de handleiding
van het 2Voice-systeem.
aantal
2.4.
Nadat is gecontroleerd of het toestel voor
oproepdoorschakeling correct is geconfi gureerd,
moet u naar het binnentoestel gaan die als beller
moet worden geprogrammeerd.
Afhankelijk van het model binnentoestel dat
gebruikt wordt, zijn er 2 verschillende manieren
om de programmering uit te voeren (controleer in
de instructiehandleiding van het binnentoestel welk
type er gebruikt is):
A) Programmering zonder het toestel op te
nemen (Mod. Miro).
of
1. Voer een oproep uit vanaf het deurstation
2. Beantwoord de oproep met de
mod. Modo of aant. PABX-interfaces)
in het systeem.
Aantal
toestellen
oproepdoorschakeling in het systeem.
Afsluiting aangebracht
(DEFAULT)
Afsluiting niet aangebracht
O N
O N
=
PROGRAMMERING
VAN DE INTERCOMOPROEP
VANAF BINNENTOESTEL
NAAR SMARTPHONE
naar het binnentoestel.
voor
=
DS1083-078