De viscositeit van de meeste vloeistoffen verandert echter met de afschuifsituaties
die afhankelijk zijn van de grootte en het ontwerp van de rotors, de snelheid van de
rotor, enz. Testresultaten van niet-Newtonse vloeistoffen die zijn verkregen met
twee verschillende types viscometers zijn meestal niet vergelijkbaar.
4.6
Opeenvolgende metingen en nauwkeurigheid
Twee opeenvolgende metingen onder identieke omstandigheden zullen slechts
minder dan ± 1% van het totale bereik verschillen.
Standaardijking en nauwkeurigheid van metingen:
De ijkfactoren worden in een speciaal ontworpen ijktoestel met Newtonse
standaardvloeistoffen bepaald.
De absolute nauwkeurigheid die met de SKF TMVM 1 kan worden verkregen is
afhankelijk van de gebruikte rotor.
Rotors 3 en 1:
Rotors 2:
De aangegeven meetnauwkeurigheid wordt alleen verkregen bij gebruik van de
originele maatbeker.
4.7
Controle van de werking
Ter controle van de werking van de viscometer moeten de Newtonse vloeistoffen
regelmatig worden getest om fouten met betrekking tot het instrument of met
betrekking tot de gebruiker uit te sluiten. Gebruik hiervoor een met het meetbereik
van de rotor overeenkomstige standaardvloeistof. Voer de meting in de originele
maatbeker uit.
Siliconenolie voor testen is verkrijgbaar in flessen van 500 ml met de benaming
TMVM 1-F.
De op de viscometer weergegeven waarde moet overeenkomen met de op het
geleverde certificaat van de standaardvloeistof aangegeven waarde met
toepassing van de betreffende tolerantie (nauwkeurigheid van het meetsysteem +
nauwkeurigheid van de gecertificeerde viscositeit). Aangezien de viscositeit
afhankelijk is van de temperatuur, moet de meting bij de voor de viscositeit van de
standaardvloeistof aangegeven temperatuur worden uitgevoerd.
Neem in geval van grote afwijkingen van de gegeven tolerantie contact op met
SKF.
SKF TMVM 1
Nauwkeurigheid ± 3% van het totale bereik.
Nauwkeurigheid ± 5% van het bijbehorende totale bereik.
113