7. GEBRUIK EN WISSELING VAN DE RIJ
Het schema (fig. 1) toont de bedienings-
elementen voor de normale bediening
van MM 90 STAND-BY.
7.1. HET SPRUITSTUK IN GE-
BRUIK NEMEN
Controleer of afsluitklep B gesloten is.
•
Controleer of ontluchtingsklep C geslo-
•
ten is.
Open klep B, en het spruitstuk is gereed
•
voor de toevoer van gas bij 7 bar via de
uitlaatverbinding F. De cilinderdruk is af
te lezen op de inlaatmeter D; de uitlaat-
druk wordt aangegeven door meter E.
Controleer alle verbindingen op lekk-
•
ages met behulp van een 0,5% teepol/
water-oplossing.
Het paneel is nu klaar voor het toevoe-
•
ren van gas wanneer de nominale druk
in het toevoersysteem tot onder het
vooraf ingestelde niveau daalt.
7.2. WISSELEN VAN CILINDERS/CILINDERBUNDELS
Sluit afsluitklep B en de isolatiekleppen op de lege cilinders.
•
Open ontluchtingsklep C om gas te laten ontsnappen dat zich mogelijk in de hogedrukslang
•
bevindt.
Sluit ontluchtingsklep C en koppel de hogedrukslang los van de cilinders of cilinderbundels.
•
Vervang lege cilinders door volle cilinders.
•
Sluit de hogedrukslang weer aan op de cilinders of cilinderbundels.
•
Open de cilinderkleppen langzaam en controleer de aansluitpunten met een 0,5% teepol/
•
water-oplossing.
Open klep B langzaam, en het paneel is gereed voor de toevoer van gas bij 7 bar via de
•
uitlaatverbinding F. De cilinderdruk is af te lezen op de inlaatmeter D; de uitlaatdruk wordt
aangegeven door meter E.
7.3. STILLEGGING
Voor een kort durende stillegging (uren) sluit u afsluitklep B.
•
Voor een langdurige stillegging (dagen) sluit u afsluitklep B alsmede de isolatieklep van de
•
cilinder.
29/48
Fig. 1
NL