BEDIENING
De betekenis van de symbolen vindt u op bladzijde 48 en 49 van
deze gebruiksaanwijzing.
Slaap- en oorthermometer inschakelen:
• Houd de aan-/uit-toets (D) één seconde lang ingedrukt. Het
apparaat schakelt zich na de calibratie na vanzelf aan.
• Na de calibratie verschijnt „M1" of „M2" (geheugen 1 of ge-
heugen 2) op het display (afb.2). U kunt met een druk op de
aan-/uit-toets (D) van het ene naar het andere geheugen
wisselen. Na 2 seconden wordt de laatste meting getoond.
Slaap- en oorthermometer uitschakelen:
• Houd de aan-/uit-toets (D) voor ca. 5 sec ingedrukt.
Automatische uitschakeling geschiedt na één minuut.
Meten in het oor (zo nauwkeurig mogelijke meting):
• Breng de sensor (A) diep in het oor. De sensor (A) moet in de
gehoorgang worden geplaatst om de uitstraling van het
trommelvlies zonder onderbreking op te nemen (zie afb. 3)
• Druk kort op de aan-/uit-toets (D). U hoort een akoestisch
signaal. Neem dan de slaap- en oorthermometer weer uit, om
het resultaat op het display af te lezen (Abb.4).
afb. 1
afb. 2
afb. 3
afb. 4
51