Monteren
1. Bevestig de draagriem [8] aan het reservoir (afb. 2).
2. Steek de slang [3] in de houder [10] en borg deze met de wartelmoer. (afb. 4).
3. Steek de slang [3] op het uitzetventiel [7] en borg deze met de wartelmoer. (afb. 4).
4. Draai de sproeibuis [6] op het uitzetventiel [7] (afb. 4).
Controleren
Zichtcontrole: Zijn reservoir [1], pomp [2], slang [3], uitzetventiel [7], zuigermanometer [9] en
sproeibuis [6] met sproeier onbeschadigd?
Let in het bijzonder op de verbindingen tussen reservoir en slang en tussen slang en
uitzetventiel en op de toestand van de pompschroefdraad en de sproeibuis.
Afdichting: Pomp het lege apparaat op tot 2 bar (afb. 10).
De druk mag binnen 30 minuten niet meer dan 0,5 bar dalen.
►
Trek de zuigermanometer [9] omhoog (afb. 3).
Functie:
De druk moet verdwijnen.
►
Bedien het uitzetventiel [7] (afb. 12).
Het uitzetventiel moet openen en sluiten.
►
Laat beschadigde of niet werkende onderdelen onmiddellijk vervangen door onze
serviceafdeling of door onze erkende servicepartners.
Voorbereiden
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Veiligheid" in acht.
1. Trek de rode knop van de zuigermanometer [9] zolang omhoog tot alle druk uit het
reservoir is verdwenen (afb. 3).
2. Druk de zuigerstang met de handgreep [11] omlaag en draai deze tegen de richting van
de wijzers van de klok.
De zuigerstang met greep is vergrendeld (afb. 5).
►
3. Schroef de pomp [2] uit het reservoir (afb. 6).
Advies voor het mengen van de sproeivloeistof in het apparaat of het voormengen in
een extern reservoir: vul het reservoir tot 1/3 met water, voeg dan het sproeimiddel toe
en vul de rest met water.
4. Vul de sproeivloeistof in het reservoir [1] (afb. 7).
5. Controleer de vulhoogte met de schaalverdeling [12] op het reservoir (afb. 7).
6. Schroef de pomp [2] in het reservoir (afb. 8).
7. Druk de zuigerstang met de handgreep [11] omlaag en draai deze met de richting van
de wijzers van de klok mee.
De zuigerstang met greep is ontgrendeld (afb. 9).
►
8. Pomp het reservoir op tot de gewenste druk (→ tabel 2) (afb. 10).
De max. druk mag niet hoger zijn dan 3 bar (rode streep op de zuigermanometer, afb. 10).
Indien de maximale druk wordt overschreden, wordt het veiligheidsventiel geactiveerd.
Dit zorgt ervoor dat de overdruk verdwijnt.
9. Druk de zuigerstang met de handgreep [11] omlaag en draai deze tegen de richting van
de wijzers van de klok (afb. 5).
De zuigerstang met greep is vergrendeld.
►
NL
25
B