8.4 Tanden poetsen
1. Bevochtig de borstels, breng de tandpasta aan op de tanden-
borstel 9 en schakel deze in, als de borstelkop 2 zich in de
mond bevindt.
2. Druk op de in-/uitschakelaar 11 om de tandenborstel in te
schakelen.
3. Leid de borstelkop 2 zonder harde druk langzaam van tand
naar tand (zie "Zo poetst uw kind goed" op pagina 93).
Poets daarbij zorgvuldig alle tandoppervlakken, de binnen-
kanten van de tanden en de tandranden.
4. Na het verstrijken van het tijdsinterval klinkt er een melodie
en de tandenborstel schakelt uit. De LED 15 knippert nog ge-
durende 30 seconden en gaat vervolgens uit.
AANWIJZING:
• Wij raden aan om de tandenborstelopzetstukken 3 elke
3 maanden of na infecties te vervangen (zie "Tandenborste-
lopzetstukken bestellen" op pagina 97).
92
NL