Als u een beschermingshoes heeft gekocht voor uw
apparaat, is het aan te raden om deze voortaan te
gebruiken wanneer u het apparaat niet gebruikt. Toch
moet u deze alleen plaatsen wanneer het apparaat koud,
schoon en droog is, anders kan de hoes het apparaat
zelfs beschadigen. Als u de hoes over het apparaat
plaatst wanneer deze nog warm en/of nat en/of slecht
schoongemaakt is, kan dat roest bevorderen!
Daarom moet het apparaat altijd koud, schoon en goed
droog
zijn
voordat
beschermingshoes. Dat is extreem belangrijk, ongeacht
de duur dat het apparaat opgeborgen wordt, of dat
tussen elk gebruik is of gedurende de lange
wintermaanden, bijvoorbeeld.
Als de gebruiker de bovenstaande onderhoudsadviezen
ter harte neemt, blijft de kwaliteit van de afwerking van
roestvrijstaal te behouden.
Door goed voor het apparaat te zorgen, heeft u er meer
profijt van en verlengt u zijn levensduur.
u
hem
bedekt
met
104
PROBLEMEN
De branders gaan
niet aan met het
ontstekingsmechan
isme
van
het
apparaat.
de
De branders gaan
niet aan met een
lucifer.
De intensiteit van
de vlammen is zwak
of aanwezigheid van
vlammen in de buis
van
de
brander
(retour
van
de
vlam). Er is een
fluitend
of
rommelend
geluid
te horen.
STORINGEN
MOGELIJKE OORZAKEN
1.
De gasfles is leeg.
1.
Vervang de gasfles voor een
2.
De drukregelaar is kapot.
nieuwe gevulde.
3.
De
brander(s)
is/zijn
Laat de drukregelaar
2.
verstopt.
nakijken of vervang hem.
4.
De doorvoer en/of gasslang
3.
Maak de brander(s) schoon.
is/zijn verstopt.
Maak de doorvoer en/of
4.
De draad van de elektrode is
5.
slang schoon.
niet goed verbonden of
5.
Maak de draad correct vast.
losgeraakt van de elektrode
6.
Neem contact op met een
of
het
gekwalificeerde en
ontstekingsmechanisme.
professionele licentie.
6.
De elektrode en/of de draad
7.
Neem contact op met een
is/zijn beschadigd.
gekwalificeerde en
7.
De aansteker is kapot.
professionele licentie.
Vervang de gasfles voor een
1.
1.
De gasfles is leeg.
nieuwe gevulde.
De drukregelaar is kapot.
2.
2.
Laat de drukregelaar nakijken
De brander(s) is/zijn
3.
of vervang hem.
verstopt.
Maak de brander(s) schoon.
3.
4.
De doorvoer en/of de
4.
Maak de doorvoer en/of
gasslang is/zijn verstopt.
slang schoon.
1.
De gasfles is te klein.
1.
Vervang de gasfles voor een
grotere.
De brander(s) is/zijn verstopt.
2.
3.
De doorvoer en/of gasslang is
Maak de brander(s) schoon.
2.
verstopt.
3.
Maak de doorvoer en/of
slang schoon.
4.
Er is veel wind.
Gebruik de barbecue op een
4.
beschutte plek.
105
OPLOSSINGEN