2. Een in het apparaat geïntegreerde sensor detecteert de
omgevingstemperatuur; deze wordt tegelijkertijd weergegeven op
de schermen van de zender en ontvanger. De sensor werkt normaal
bij temperaturen tussen 0 ºC en +45 ºC. Worden er hogere, of lagere
temperaturen geregistreerd, dan verschijnt het symbool
het scherm. Om te voorkomen dat de sensor beïnvloedt wordt door de
warmte afgegeven door het elektronische circuit, wordt aangeraden
deze in een hoek van ongeveer 15° te plaatsen, zoals hiernaast
aangegeven. In geval van plotselinge temperatuurveranderingen (bv:
het apparaat gaat midden in de winter van binnen naar buiten), kan de
sensor enkele minuten nodig hebben om zich aan de nieuwe omgeving
aan te passen, en de juiste temperatuur aan te geven.
3. De zender op ongeveer 1m van het bed van uw kindje plaatsen, met
de microfoon 6 naar hem gedraaid.
4. Wanneer de zender begint te zenden, licht het scherm op en
het transmissie-icoon verschijnt
seconden geen geluid meer waargenomen heeft, gaat het apparaat in
de sluimerstand en het transmissie-icoon verdwijnt
gaat ook uit, om energie te sparen.
5. Het batterijniveau wordt aangegeven door de oplaadindicator
het batterijniveau lager wordt, verdwijnen ook geleidelijk de balkjes van
de batterij-indicator. Wanneer de batterijen leeg zijn gaat deze knipperen.
De oplaadindicator van de zender verschijnt ook op het scherm van de
ontvanger, zodat u op afstand het batterijniveau in de gaten kan houden.
Als de indicator leeg is gaat er op uw unit een alarm af.
6. Wanneer de buiten bereik waarschuwingsfunctie op "on" ingesteld
is op de baby unit, zal de unit, wanneer deze langer dan 30 sec niet kan
communiceren, een "buiten bereik" alarm afgeven. Alle LED lichtjes 13
zullen samen met het "buiten bereik" icoon
ouders te waarschuwen. Daarbij zal de temperatuurindicatie
weergeven. Het alarm en icoon zullen pas stoppen wanneer de ouderunit
weer binnen bereik is van de baby unit.
NB: Dit alarm gaat ook af als de baby unit uitstaat, of de batterij zwak is, of
de elektriciteit uitgevallen is, of wanneer de kanaal/ digitale code instelling
tussen de baby- en de ouderunit verschillen.
B/ ONTVANGER
7. Instelling van de cijfercode (a,b), en de hoogste/laagste
temperatuur (c,d).
a. De AAN/UIT schakelaar 10 op AAN zetten om het apparaat in te
schakelen. Het LCD scherm, en achtergrondverlichting gaan aan.
Voor de weergave van het instellingsmenu moet u knop ▲ 11 ten
minste 5 seconden ingedrukt houden. Een piepgeluid zal te horen zijn
ter bevestiging wanneer de unit in de instellingsstand gaat. Het LCD
scherm geeft de volgende indicaties aan:
b. Met knop ▼ 12 dezelfde cijfercode als voor de zender selecteren.
Door op deze knop te drukken gaat u naar de volgende code. Om
sneller langs de codes te gaan moet u knop ▼ 12 ingedrukt houden.
Met knop ▲ 11 uw keuze bevestigen. Op het LCD scherm wordt het
volgende weergegeven:
8
op
. Nadat de microfoon 6 enkele
. Het scherm
. Als
gaan knipperen om de
.
VAST
■
KNIPPEREND
■
c. Met knop ▼ 12 de maximum temperatuur instellen waarvoor het
apparaat een temperatuurwaarschuwing zal geven. Door op deze
knop te drukken wordt de ingestelde temperatuur hoger. Om sneller
langs de temperaturen te gaan, moet u knop ▼ 12 ingedrukt houden.
Het temperatuurbereik dat u kunt selecteren gaat van 0°C (of 3˚C
boven het ingestelde minimum) tot + 49°C. Wanneer u op Stop drukt,
is er geen maximale temperatuur ingesteld. Met knop ▲ 11 uw keuze
bevestigen.
Op het LCD scherm wordt het volgende weergegeven:
d. Met knop ▼ 12 de minimale temperatuur instellen waarvoor
het apparaat een temperatuurwaarschuwing zal geven. Het
temperatuurbereik dat u kunt selecteren gaat van -0°C tot + 40°C (of
3˚C boven het ingestelde maximum). Wanneer de ingevoerde waarde
niet klopt (u heeft bijvoorbeeld 15°C als maximum, en 23°C als
minimum ingesteld), zal het apparaat de waarde niet accepteren, en
automatisch corrigeren door op 3°C onder de maximum temperatuur
in te stellen (bijvoorbeeld 12°C). Wanneer u op Stop drukt, is er
geen minimale temperatuur ingesteld. Met knop ▲ 11 uw keuze
bevestigen. Het apparaat gaat dan weer in de gewone stand.
NB: Aangeraden wordt om de minimum en maximum temperatuur op
ten minste met ±5°C verschil ten opzichte van de reële temperatuur
in te stellen, anders zal bij ieder licht temperatuurverschil in de
babykamer het alarm afgaan.
8. Plaats de ontvanger op een redelijke afstand van de zender, om
storingen te voorkomen. Bij een te korte afstand kan er een scherp
geluid uit de luidspreker 14 komen.
9. Wanneer de ontvanger een signaal ontvangt, gaan de LED lichtjes
van de geluidsniveau-indicator aan. Hoe harder het geluidsniveau van
het kindje, des te meer LED lichtjes er gaan branden. Deze functie is
handig wanneer de ouders de luidspreker 14 liever uitzetten om wat
rust te hebben.
10 Het geluidsniveau van de luidspreker 14 kan ingesteld worden
met de knoppen 11 12 ▲▼. Op het scherm verandert het aantal
geluidsbalkjes ook naar gelang het gekozen niveau. Hoe hoger het
aantal balkjes, des te hoger het geluidsniveau van de luidspreker 14.
Wanneer er geen balkje te zien is en het icoon verschijnt
luidspreker 14 geheel uitgeschakeld.
11. De ontvanger is uitgerust met een trilfunctie. Zet de aan/uit
schakelaar 10 in de trilmodus; het icoon verschijnt
op het scherm. De trilfunctie gaat aan wanneer het geluidsniveau
van de babystem een bepaalde hoogte bereikt. Deze functie is handig
wanneer de ouders zich in een zeer luidruchtige omgeving bevinden
(bv.: stofzuigergeluid). Om energie te besparen wordt aangeraden de
trilfunctie niet te vaak te gebruiken.
12. Het lithium-batterijniveau wordt aangegeven door de batterij-
indicator
. Als het batterijniveau lager wordt, verdwijnen ook
geleidelijk de balkjes van de batterij-indicator. Als deze leeg is gaat
ze knipperen, en een alarm gaat af om u eraan te herinneren dat de
batterij met de lichtnet-adapter opgeladen moet worden.
, is de
vervolgens