Algemene aanwijzingen
– Als de thermometer aan sterke schommelingen wordt onderworpen, dient u na stabilisering van de
temperatuur 20 minuten te wachten, voordat u een nieuwe meting uitvoert.
– Zorg altijd voor een goede warmtekoppeling aan het meetpunt, om meetfouten door temperatuurver-
liezen te vermijden.
– Bedenk dat alle thermometers met contactsensoren het meetpunt beïnvloeden en door hun warmteca-
paciteit een verlaging van de werkelijke temperatuur kunnen veroorzaken. Aan het thermo-element zou
daarom het liefst meer warmte-energie moeten worden toegevoerd dan dat het kan afvoeren.
– Al er geen meetsensor is aangesloten, verschijnt er OL in het display.
– Als de gemeten temperatuur buiten het meetbereik ligt, geeft het apparaat OL aan.
– Gebruik alleen de juiste thermo-elementtypen aan de type-K-aansluiting, een onjuist type kan aanzien-
lijke meetfouten veroorzaken.
– Een thermo-element is onderhevig aan veroudering, ook sterk afhankelijk van de desbetreffende toepas-
singsomstandigheden, en zou daarom regelmatig moeten worden gecontroleerd.
– Sterke druk of mechanische vervorming kunnen de roosterstructuur veranderen en hebben daarmee
invloed op de afgegeven thermospanning van het element.
1
2
Aansluiting van K-type thermo-elementen
T2
!
Let op de polariteitsaanduiding op het thermo-element en
op de aansluiting van het apparaat.
1.
T1
ThermoMaster
2.
4.
3.
1 x 9V Typ (NEDA 1604, IEC 6F22)
082.035.1
082.035.2
NL
11