ZORG EN ONDERHOUD
Zorg en reiniging van de luchtontvochtiger
Schakel de luchtontvochtiger uit en haal de stekker uit het
stopcontact voordat u hem schoonmaakt.
1. Reinig het rooster en de behuizing
● Gebruik water en een mild reinigingsmiddel. Gebruik geen
bleekmiddel of schuurmiddelen.
● Spat geen water rechtstreeks op het hoofdapparaat. Dit kan een
elektrische schok veroorzaken, de isolatie beschadigen of roest
veroorzaken.
● De luchtinlaat- en uitlaatroosters raken gemakkelijk vuil, dus
gebruik een stofzuiger of een borstel om schoon te maken.
2. Reinig de emmer
Reinig om de paar weken de emmer om te voorkomen dat
schimmel, meeldauw en bacteriën gaan groeien. Vul de
emmer gedeeltelijk met schoon water en voeg een beetje mild
schoonmaakmiddel toe. Schud het water rond in de emmer, leeg
de emmer en spoel hem af.
OPMERKING: gebruik geen vaatwasser om de emmer te reinigen.
Na het reinigen moet de emmer stevig op zijn plaats staan zodat
de luchtontvochtiger kan werken.
3. Reinig het luchtfilter
Het luchtfilter achter het voorrooster moet minstens elke 30 dagen
of vaker indien nodig worden gecontroleerd en gereinigd.
OPMERKING: HET FILTER NIET SPOELEN OF IN EEN
AUTOMATISCHE VAATWASSER ZETTEN.
Verwijderen:
● Pak het lipje van het filter vast en trek het omhoog en trek het
vervolgens naar buiten zoals getoond in Afb.8 en Afb.9.
● Reinig het filter met warm zeepsop. Spoel het filter af en laat het
drogen voordat u het terugplaatst. Maak het filter niet schoon in
een vaatwasser.
Vastmaken:
● Plaats het luchtfilter in het apparaat van onder naar boven.
Zie Fig.10.
LET OP:
Gebruik de luchtontvochtiger NIET zonder filter, omdat de
luchtontvochtiger verstopt kan raken door vuil en pluisjes en de
prestaties dan verminderen.
4. Wanneer u het apparaat lange tijd niet gebruikt
● Wacht na het uitschakelen van het apparaat een dag voordat u de
emmer leegt.
● Reinig het hoofdapparaart, wateremmer en luchtfilter.
● Dek het apparaat af met een plastic zak.
● Bewaar het apparaat rechtop in een droge, goed geventileerde
ruimte.
Fig.8
Fig.9
Fig.10
10